MUA42

DE UITDAGING 44 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 42.2022 Virtuele literatuur Het goede nieuws: een aantal formats deed het digitaal niet slecht. “Eind januari brachtenwe de startshow van de Poëzieweek virtueel via Spotlight, en er volgden toch 200mensen de show vanop afstand”, vertelt AdriaanDelsaerdt. “Literatuur op Spotlight werkte in de regel goed, wellicht omdat dat cultuurluik niet zo veel beweging op een podium met zich meebrengt. Op diemanier kondenwe dichters van overal laten participeren aan onze show. Ook ons online Mad Goat Comedy Festival was een succes, met tussen de 1600 en 3000 viewers.” Maar nu het minder goede nieuws: “Demeeste digitale voorstellingen bereiktenminder dan 500 kijkers”, stelde Rutten vast. “Digitaal werkt niet voor cultuur hè?”, bevestigt Delsaerdt. “Een comedian speelt erg in op de energie in de zaal, en die is er helemaal niet als het publiek achter een scherm zit. Het is erg moeilijk om online de aandacht van mensen te grijpen en vooral vast te houden.” “We hebben wél heel bewust ingezet op ons eigen digitale kanaal, omdat we merkten dat mensen die via Spotlight naar voorstellingen keken, langer bleven hangen dan mensen die diezelfde livestream op de sociale media volgden”, aldusRutten. “Gemiddeld hielden we de aandacht van onze kijkers 20minuten vast, dat is te vergelijken met de duur van de gemiddelde Netflixreeks…” Maar het Spotlightkanaal verder uitbouwen nu alles opnieuw live kan en mag, is Rutten evenwel niet van plan. “We zien niet echt de meerwaarde van het verder livestreamen. Die 40 digitale voorstellingen waren een enorme investering, want je hebt goede cameraploegen nodig om dat kwalitatief te kunnen realiseren. Bovendien staan onze artiesten niet te springen voor online voorstellingen, want als demoppen van comedians allemaal online staan, kunnen ze die niet meer gebruiken in hun zaalshows.” Klantenbinding via socials “Digitale opnames van voorstellingen of concerten kunnen zeker wél nog, maar we gooien dan niet de hele avond online”, aldus Delsaerdt. “We gebruiken stukjes als trigger ommensen warm temaken voor de volgende live beleving, of als aftermovie om hen de avond te laten herbeleven.” “Of we focussen digitaal op demaking-of”, oppert Rutten. “En we bieden ons publiek digitaal exclusieve content die je anders niet te zien krijgt, naast de live beleving.” “Ons digitale platform wordt veel minder relevant nu de zalen weer open zijn, maar onze sociale media worden des te belangrijker”, weet Delsaerdt. “Daar kunnen we die extra’s kwijt, de achtergrondinformatie, de sfeerverhalen… Op de socials moeten we ons publiek meer dan ooit warmmaken om cultuur live te komen beleven. Die zijn ultrabelangrijk voor onze klantenbinding.” Totaalbeleving Voor heel wat mensen was avondlijke digitale cultuur de schermtijd te veel, maar bevolkingsgroepen die de voorbije jarenwél hebben genoten van het brede online aanbod, waren onder meer ouderen en mensen met een handicap. Moet daar niet meer op ingezet worden? “Het kernpubliek van Arenberg en OLT is tussen de 35 en 50 jaar oud”, weet Rutten. “Wij tellen niet zoveel 60-plussers in onze rangen. Maar diversiteit en inclusie zijn uiteraard opdrachten die we altijd moeten nastreven. Ik denk alleen niet dat we dat noodzakelijk met livestreams en digitale voorstellingen moeten doen.” “We moeten vooral de drempels verlagen om die mensen naar onze zalen te krijgen voor een hoogwaardige live beleving. Zo hebben we recent geïnvesteerd in een podium voor rolstoelgebruikers. Vergeet niet dat bezoekers vooral voor de totaalbeleving komen: demooie zaal, het rode velours, de monumentale trap, het drankje in de bar voor of na de voorstelling... We merkten trouwens dat, toen de zalen weer Onze missie is een spiegel zijn van deze stad, ervoor zorgen dat elke Antwerpenaar hier over de vloer komt. A valuable permanent digital platform for the cultural sector? The coronavirus and the cultural sector: this was not a match made in heaven. Concerts were cancelled, cultural centres and museums had to close their doors. But the industry reacted quickly and switched to online alternatives. Cultuurcentrum Arenberg and OLT Rivierenhof developed their own digital platform Spotlight, on which they have streamed no fewer than 40 online performances in the past years, often allowing live audience interaction. And above all: it was free and available to all citizens of Antwerp. Is there room in the future to create a valuable permanent digital platform for the cultural sector? Alumni Milan Rutten and Adriaan Delsaerdt, director and coordinator of digital media respectively, do not think so. ‘It was a serious financial investment and artists are really not keen on giving online performances’, says Rutten. ‘Literature and poetry did not do badly digitally, but we reached less than 500 viewers for most performances. On average, we held the viewers’ attention for around 20 minutes, which is comparable to the duration of an average Netflix series...’ ‘Digital recordings of performances or concerts are certainly still possible, but they should be used as a trigger to get people excited for the next live experience, or as an aftermovie to let them relive the evening’, says Delsaerdt. ‘Our social media are becoming more and more important. That’s where we can post stories and background information, or other exclusive content that you don’t get to see otherwise. More than ever, we need to entice our audience on social media to come and experience culture live. It’s extremely important to connect with our audience in this way.’ E Milan Rutten

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=