MUA39

COVERVERHAAL COVERVERHAAL MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 39.2021 9 8 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 39.2021 I k ben op zoek naar Jef Vandorpe”, vraag ik aan een blonde jongeman die wat staat rond te kijken aan het Topsportcentrum van Tennis Vlaanderen. “Dat ben ik”, is het ietwat verras- sende antwoord van de toprolstoeltennisser, die hier toch duidelijk rechtop staat. Hilariteit, en het ideale begin van een gesprek met een paralympiër die zich niet laat beperken. “Ik kan staan en wandelen, maar niet lang of ver. Na 200 meter moet ik echt wel gaan zitten, en klassiek tennissen is uiteraard uit den boze. Maar ik kan bijvoorbeeld ook met de elektrische fiets naar UAntwerpen”, gaat de 19-jarige rechtenstudent van start. “Ik heb ook niet mijn hele leven in een rolstoel gezeten. Toen ik acht was, heb ik de ziekte van Perthes gekregen, een aandoening die de bloedtoevoer naar mijn rechterheupkop verstoorde. Ik was een sportieve, bezige jon- gen, maar moest van de ene op de andere dag een rolstoel in, ommijn heup niet te belasten. Helemaal volgens het verloop van de ziekte is de bloedtoevoer intussen weer verbeterd, maar normaal lopen lukt niet meer.” Twee keer botsen “Ik heb moeten leren om kansen te zien, in plaats van beperkingen. En om die kansen te grijpen. Het waren mijn ouders die mij aanspoorden om niet bij de pakken te blij- ven zitten, en weer te gaan sporten. Ik heb even rolstoeltafeltennis geprobeerd, maar dat was me te statisch. En dus werd het rol- stoeltennis.” Rolstoeltennis is, zacht uitgedrukt, niet sta- tisch. Het enige verschil met klassiek tennis is dat de bal twee in plaats van één keer mag botsen. De rest, inclusief de grootte van het veld, blijft hetzelfde. Wie al eens vanop de baseline naar een tennisnet gestormd is om een dropbal- letje terug te slaan, weet dat hetzelfde geen sinecure kan zijn in een rolstoel – ook niet met één bots van de bal meer. Dat was ook de medeleerlingen van Vandorpe snel duidelijk, toen hij zich als eerste rolstoelsporter ooit inschreef in de derde graad van de Wilrijkse topsportschool, in de achtertuin van Campus Drie Eiken. “Mijn rolstoel is daar eigen- lijk nooit een punt geweest. Iedereen op zo’n school leeft voor de sport, welke sport dat dan ook is. En dat rolstoeltennis een op zich staande sport is, was duidelijk vanaf het moment dat ze me op een tennisveld bezig zagen. Ik heb er nooit een gebrek aan respect ervaren.” Rolstoeleiland Het is een patroon dat vaker terugkeert tijdens het gesprek: dat van een interviewer die peilt naar hoe mensen je benade- ren wanneer je in een rolstoel zit, en Vandorpe die met dat onderscheid helemaal niet bezig lijkt te zijn. Niet op de topsport- school, ondanks haar focus op het fysieke. Niet bij het uitgaan, met zijn vrienden van het secundair. Zelfs niet in het rolstoeltennis zelf, waar hij getraind wordt door ex-toptennisster Laurence Courtois en als jeugdspeler in zijn rolstoel zelfs deelnam aan klassieke tennistoernooien. Vandorpe is een sportman tus- sen sportlui, geen rol- stoelsporter op een eiland. Het stoort hem ook, dat hokjesden- ken. “Dan vragen mensen me of ik opkijk naar landgenoot Joachim Gérard, het nummer drie van de wereld in het rolstoeltennis. Natuurlijk heb ik respect voor hem en zijn parcours. Maar het gaat al vier jaar tussen hem en mij op het Belgische kampioenschap. Als ik naar hem ga opkijken, ga ik ook nooit winnen. Gérard is mijn concur- rent, niet mijn voorbeeld. Pas op, ook met de klassieke toptennissers heb ik dat niet, hoor. Mijn moeder kocht me ooit de biografieën van Roger Federer en Rafael Nadal, om te kijken hoe zij het deden als jonge spelers. Ik heb die nooit gelezen; ik schrijf mijn eigen verhaal wel. Wat niet wil zeggen dat ik niet zou staan trillen op mijn benen als ik ze zou tegenkomen!” (lacht) Winnersmentaliteit Het is een winnersmentaliteit die Vandorpe ver heeft gebracht. Als kind werd zijn talent al snel opgemerkt bij Forest Wheels, een van de twee rolstoeltennisclubs in Vlaanderen. Hij mocht deelnemen aan internationale toer- nooien, kreeg een topsportstatuut tijdens zijn middelbaar onderwijs, en kwam op de top- sportschool terecht. Vandaag is hij het num- mer twee van het land, en de veertiende beste rolstoeltennisser ter wereld. Een plek die hem deze zomer naar de Paralympische Spelen in Tokio brengt, een jongensdroom. “Dat is allemaal in mijn categorie, hé. Rolstoeltennis is, net als andere paralympische sporten, opgedeeld naar het soort beperking. Er zijn ook rolstoeltennissers die beperkingen heb- ben aan hun bovenlichaam; zij hebben een aparte competitie. En per categorie zijn er regels om verschillen in beperking uit te vlakken: ik moet bijvoorbeeld altijd blijven zitten, zodat ik geen voordeel heb tegenover iemand wiens benen geamputeerd zijn of wiens onderlichaam volledig verlamd is.” Werken als advocaat Laurence Courtois komt even binnen, met de vraag of Vandorpe vrijdag kan afspreken. “Kan het later, ik heb les dan”, antwoordt hij. Naast topsporter is Jef immers ook Eerst slagen voor mijn examens, want een tweede zit kan ik dit jaar echt niet gebruiken. GEEN VOORBEELDEN “De biografieën van Nadal en Federer las ik niet. Ik schrijf mijn eigen verhaal wel." Topsport op UAntwerpen In het academiejaar 2020-21 hebben meer dan tachtig spor- tievelingen het statuut van top- sportstudent op UAntwerpen. Hockey is de populairste sport onder die topsporters, met veertien studenten. Met dertien komen de voetballers op de tweede plek. Verder combineren onder anderen zeven wielren- ners en vijf judoka’s sport en studie op hoog niveau.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=