MUA38

HET DUO MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 38.2021 23 Fantasturian & Paradise Lost “Ik ben nu aan een heel aantal projecten tege- lijkertijd bezig”, vertelt Peter enthousiast. “Aan een imaginaire Veldgids met de creaturen uit Zwerveling , aan illustraties voor andere boeken, en aan een nieuw groot eigen boek met als werktitel Fantasturian . Dat is mijn ultieme passieproject. Ik denk dat ik hier ook het juiste aas gevonden heb ommensen in dat boek binnen te trekken. In Zwerveling was dat het papieren bootje, erg herken- baar voor iedereen. In de toekomst ga ik wellicht ook Paradise Lost van John Milton illustreren, daar kijk ik enorm naar uit. Ik wil het personage Satan neerzetten als een intimiderende schurk, maar ook met een heroïsche, inspirerende kant. Kan ik hem een donkere huidskleur geven, denk je? Puur esthetisch werkt dat het beste, omdat ik dan zijn ogen sterk kan laten oplichten.” Peter kijkt Vanessa vragend aan. Er ontspint zich een boeiend gesprek over raciale stereotypen in jeugdliteratuur, het Sinterklaasboek van Gerda Dendooven en het vermeende racisme in Pippi Langkous . Prijzen “Jeugdliteratuur is de laatste tijd eigenlijk weer helemaal hot, al blijft het toch een voortdurend gevecht om serieus genomen te worden”, meent Vanessa. “Zo vind ik het spijtig dat de Oeuvreprijs voor jeugdliteratuur geschrapt werd. In Nederland heb je die wel nog: de Theo Thijssen-prijs. Gelukkig komt er binnenkort toch een nieuwe onafhanke- lijke prijs voor jeugdliteratuur. Ik vind dat jeugdboeken nog te weinig aan bod komen in de media, maar ik ben wél blij met de aandacht voor jeugdliteratuur binnen onze universiteit, in gespecialiseerde cursussen, maar ook als onderdeel van het reguliere te naïeve boeken maken”, vertelt Peter. “De waarheid moet verteld worden, maar tegelijkertijd ook geen rond- uit negatieve. Er is wel dege- lijk een sprankeltje hoop.” “Het klimaat is voor jongeren echt een grote bekommernis”, stelt Vanessa vast. “Voor vol- wassenen is het zoeken naar een balans om hen daar eer- lijk over te informeren, maar hen tegelijkertijd niet de zin om te leven of de hoop op een goede toekomst te ont- nemen. Ik herinner me dat mijn zoon van tien ’s avonds aan het huilen was nadat hij op school het Klimaatbetoog van Nic Balthazar had gezien. ‘Ik begin beter nooit aan kinde- ren, want ze gaan leven in een hel’, snikte hij. Dat mag ook weer niet de bedoeling zijn.” “Jeugdliteratuur heeft de tra- ditie om kinderen te tonen in hun weerbaarheid en kracht, zonder de wereld te verfraaien”, aldus Vanessa. “Ik vond het knap om te zien dat jongeren in hun klimaatprotesten een alliantie zochten met wetenschappers. De jeugd heeft op die manier als een belangrijke spreekbuis voor wetenschappers gefungeerd. Jeugdliteratuur kan jongeren daartoe inspi- reren. De kwetsbaarheid van het bootje uit Zwerveling maakt het net krachtig. Dat is de reden waarom het ontroert, het trekt onze aandacht." Allianties "Ook kinderen roepen in al hun kwetsbaarheid op om zorg voor hen te dragen. Ik moet bin- nenkort een lezing geven over de Holocaust als thema in de jeugdliteratuur. Ook daarin zijn kinderen kwetsbaar, maar zelden alleen slachtoffer. Hoe kan je kinderen ruimte geven om het verschil te maken zonder de waar- heid geweld aan te doen? We mogen kinderen niet de illusie geven dat ze het allemaal zelf kunnen oplossen. We kunnen hen wél laten zien dat ze met kleine zaken steentjes kunnen verleggen en dat ze hun impact kunnen vergroten door allianties aan te gaan met anderen.” Beeldende rijkdom Intussen is Zwerveling toe aan een vierde druk, zijn er al Spaanse, Catalaanse, Duitse, Engelse, Franse en Amerikaanse edities op de markt, én gesprekken met andere landen. “Ik ben erg blij dat mijn tijdsinvestering geloond heeft, want het bleef uiteraard een flinke gok”, geeft Peter toe. “Maar al in mijn tienerjaren wist ik: ik ga boeken maken. Ik tekende al van kleins af aan. Voor ik aan de universiteit biologie studeerde, volgde ik kunstonderwijs. Aan de universiteit stonden mijn cursussen altijd vol met schetsen. Misschien heeft de beeldende rijkdom van de natuur me wel naar de biologie geleid. In elk geval werd het zaadje voor Zwerveling al geplant toen ik ongeveer elf jaar oud was en op het Pius X-instituut in Antwerpen zat. In de schoolbibliotheek ontdekte ik de boeken van Jules Verne, met de originele gravures van Edouard Riou en Alphonse de Neuville. Ik was er op slag ver- liefd op. Het feit dat die gravures zwart-wit waren, heeft er zoveel jaar later toe geleid dat ik Zwerveling ook in zwart-wit heb gemaakt.” Toch brachten Peters omzwervingen hem eerst op de Kaaimaneilanden in plaats van achter zijn tekentafel. “Mijn job op de Kaaimaneilanden was heel leuk, maar gaf me niet zoveel voldoening. Tekenen is niet altijd leuk – want vaak eenzaam en frustrerend –, maar het geeft me wél altijd veel voldoening. Toen besefte ik: ik ben tekenaar. Ik moet teke- nen. Ik heb dan een jaar voor mezelf genomen om te werken aan mijn portfolio, dat ik nadien naar een aantal uitgeverijen heb gestuurd. Ik ben erg blij dat Querido potentieel zag in mijn werk en dat mijn jongensdroom eindelijk is uitgekomen.” Tekenen is niet altijd leuk – want vaak eenzaam en frus- trerend –, maar het geeft me wél altijd veel voldoening. Peter Van den Ende

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=