MUA33
38 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 33.2019 DOSSIER CIRCULAIRE ECONOMIE geteeld op plaatsen die daar geografisch niet geschikt voor zijn. Met een enorme irri- gatiebehoefte en veelvuldig insecticide- en pesticidegebruik tot gevolg. Ecosystemen gaan kapot door de overproductie.” Na de inzameling van een fijn en tijdloos product, de recyclage, de West-Vlaamse spinfirma en de Italiaanse denimproducent had HNST dus een doek. De basis voor de jeans. “In traditionele jeans zit veel ‘afval’: de knopen, de labels, de spijkers en de zakken. Onze knopen zijn afschroefbaar, de spijkers geborduurd met als extra voordeel dat ze geen krassen op stoelen maken. In plaats van die hatelijke labels aan de binnenkant geven we info pvc-vrij en gezeefdrukt mee op binnenzakken, deels gemaakt van gere- cycleerde T-shirts.” Veel langer plezier De eerste HNST-collectie kwam vorig jaar op de markt en is te koop via de webshop. Sinds kort maakt HNST ook deel uit van EDO Collective, met een winkel in de Lange Koepoortstraat in Antwerpen. “Het spreekt voor zich dat HNST niet kan concurreren met jeansbroeken van pakweg 20 euro. Ons proces vertaalt zich in een kostprijs tussen 179 en 229 euro. Maar je krijgt wel kwaliteit en superveel detailwerk. Je hebt ook langer plezier van de broeken. De grootste uitdaging: mensen die true cost laten beseffen. Helaas zitten we met een economisch systeemwaarbij bedrijven de kosten niet opnemen in hun businessmodel, zoals wij, maar ze afwenden op de maat- schappij. Dat geeft ons een concurrentieel H NST. Uit te spreken als honest . Eerlijk dus. Dé basis voor Tom Duhoux (36), handelsingenieur 2005, om gerecycleerde jeansbroe- ken op de markt te brengen. “Ik wil aantonen dat circulaire economie ook kan in de kle- dingsector. Als de ingezamelde oude jeans uitgesorteerd zijn, worden ze versnipperd tot vezels. European Spinning Group, een West- Vlaams familiebedrijf, spint de vezels opnieuw tot garen. Die bestaat uit vijftig procent katoen en vijftig procent tencel , Oostenrijkse hout- pulp. Uitsluitend hernieuwbare en lokale grondstoffen dus.” Het garen is de basis voor een denimbroek, maar denim wordt hier niet meer gemaakt. HNST vond een partner in Italië. Om het garen bij te kleuren wordt Smart Indigo gebruikt. Dat kleurproces is een Zwitserse technologie die indigopoeder vloeibaar maakt met elek- trocellen in plaats van met de gebruikelijke cocktail aan schadelijke chemicaliën.” Broeken worden geoogst Ondanks de hulp uit het buitenland blijven de jeansbroeken op en top Vlaams. Ze worden ook lokaal geoogst , zoals Tom het noemt. In 2017 werden bij kringwinkels op twee weken tijd 6000 jeansbroeken verzameld. “Onze grondstof kwam niet van het veld, maar uit de omloop. Vijftig procent afge- dankte kledij in Vlaanderen wordt vernie- tigd. Daarnaast is de wereldwijde productie van kledij in vijftien jaar verdubbeld. Dat leidt tot een enorm toegenomen vraag naar grondstoffen. Er wordt meer katoen Alumnus TomDuhoux brengt gerecycleerde jeansbroeken op demarkt. In zijn circulaire systeemheeft hij een concurrentieel nadeel, maar een hoog kwali- tatief product met extra diensten, zoals gratis reparatie en een antibacteriële spray, moeten dat goedmaken. “In de natuur is niets lineair” nadeel. We compenseren dat door ons verhaal te vertellen en extra diensten te bieden.” Onder het motto you can handle the truth staat het productieproces en de prijsberekening op de website. HNST kijkt nog verder. “25 procent van de milieu-impact gaat over wassen. Jeans hoor je eigenlijk niet te wassen. Toch doen mensen dat gemiddeld na drie draagbeur- ten. Het verhaal dat een broek in de diepvrie- zer moet om geurtjes weg te nemen, klopt gedeeltelijk. Maar het doodt de voedselbron voor bacteriën niet. Onze oplossing: bij elke jeans krijg je een spray van probiotica. Op die manier moet je minder wassen en bespaar je water en energie. Gaat er een kop koffie overheen, moet de broek uiteraard wel in de wasmachine.”
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=