MUA33
MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 33.2019 37 CIRCULAIRE ECONOMIE DOSSIER zoek nodig. Het vervangen van schadelijke materialen, van olie-gebaseerde dingen naar bio-gebaseerde grondstoffen bijvoorbeeld, is ook een onderdeel van circulaire economie. Bij de drie luiken moeten verschillende aspecten bekeken worden: de prijs, de CO 2 -afdruk en hoe het bij de consument te krijgen.” Jezelf onderscheiden Wil de Vlaming meer betalen voor een circu- lair product? “Sommigen doen het sowieso”, legt Van Passel uit. “Maar slechts een niche zegt: ‘Wat het ook kost.’ De uitdaging is de consument te overtuigen. Niet alleen met de prijs, maar door bijvoorbeeld sneller op je bestemming te zijn, of met een toestel dat je sneller kan updaten. De kunst is om je binnen die economie te onderscheiden. De overheid kan hier een rol in spelen, door pakweg klimaatdruk door te rekenen met heffingen op slechtere alternatieven.” Subsidies kunnen ook werken, maar er zijn veel meer beleidsinstrumenten. “Je kan ook werken met uitgebreide producentverant- woordelijkheden. Er zijn juridisch en eco- nomisch veel instrumenten mogelijk met voor- en nadelen. De beste oplossing is een combinatie. Ook het sensibiliseren van men- sen hoort daarbij.” K an een circulair economisch sys- teem rendabel zijn? Dat is heel case-specifiek, stelt Van Passel, een van de promotoren bij het Vlaamse Steunpunt Circulaire Economie. Van Passel en economen van andere universiteiten zetten een beleidsrelevant onderzoekstraject op en bekijken hoe circulaire economie te monito- ren en wat de uitdagingen zijn. “Mensen denken vaak aan hernieuwbaarheid. Maar cycli trager maken, is iets heel anders dan recycleren, hergebruiken of remanufactu- ring . Ik geef het voorbeeld van drankblikjes: veronderstel dat je door blikjes te verwerken, 94 procent kan recycleren. Maar op zes weken tijd is heel het proces doorlopen en na twee jaar heb je nieuwe metalen verpakkingen nodig. Het lijkt dus een succesvol verhaal, maar geeft een vertekend beeld. Cycli sluiten is zeker goed, maar ze moeten ook vertragen zonder er al te veel energie in te steken.” Een tweede nuance: het concept ‘deeleco- nomie’ of ‘hersteleconomie’, minder mate- riaal gebruiken door te delen of te herstellen. Binnen het steunpunt gebeurt er veel onder- zoek naar. “Want vervangt een deelauto de bus of je eigen wagen? En een step? De bus of de fiets? Is dat dan beter? Uit eerste ana- lyses blijkt van wel, maar er is meer onder- Vlaanderen loopt voorop, maar er zijn nog hiaten” Wil de Vlaming meer betalen voor een circulair product? “Sommigen doen het sowieso, maar dat is slechts een niche”, zegt milieueco- noom Steven Van Passel. KOPLOPER “De invulling naar een duurzamer economisch model wordt vanuit onze overheid gestimuleerd.” Technische efficiëntie In vergelijking met het buitenland loopt Vlaanderen voorop wat de circulaire econo- mie betreft. “De oprichting van OVAM in de jaren tachtig werd goed uitgebouwd. Maar er zijn nog heel wat hiaten. Zo zijn we nog steeds kampioen in inzamelen en exporte- ren. En onze cycli zijn absoluut niet gesloten. Maar de invulling naar een duurzamer eco- nomisch model wordt vanuit onze overheid wel gestimuleerd.” Ook wetenschap kan de industrie en de onder- nemers helpen. “Er wordt al veel geïnvesteerd in recyclagetechnologie, in businessmodel- len rond deeleconomie. Maar er is ook nood aan technologisch onderzoek rond recycla- ge, hergebruik en verwerkingstechnieken. Alleen technische efficiëntie kan zorgen voor een hoger rendement. Anderzijds is er nood aan onderzoek om de economische, sociale en milieu-impact in kaart te brengen, onder andere ter ondersteuning van zowel beleids makers als bedrijven. De uitdaging is daar het reboundeffect tegen te gaan. Bepaalde producten kunnen door innovatie duurzamer en goedkoper zijn, maar daardoor kan de gevraagde hoeveelheid stijgen, en zo ook de absolute milieu-impact.” https://ce-center.vlaanderen-circulair.be “
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=