MUA33

34 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 33.2019 DOSSIER CIRCULAIRE ECONOMIE “Alles staat of valt met de gebruiker” Hoe producten gemaakt worden, en met welke materialen, zorgt er mee voor dat ze beter gerecycleerd kunnen worden, én dat ze langer gebruikt worden door de consument. “Maar ook een mentaliteitsverandering in de maatschappij is cruciaal”, zeggen Karine Van Doorsselaer en Els Du Bois van onze opleiding productontwikkeling. C irculaire economie. De term klinkt de meeste mensen vrij nieuw in de oren. Maar niets is minder waar, volgens Karine Van Doorsselaer, professor ecodesign aan onze universiteit. “Het is zo oud als de straat. Onze grootouders herbruikten alles veel meer. Het is maar sinds één generatie dat we respectloos omgaan met producten. De circulaire gedachte is verdrongen door de opkomst van de weg- werpmentaliteit, onder andere gepusht door de lage prijs van de kunststoffen en de pro- ductie in lageloonlanden. Als grondstoffen en productie niet veel kosten, zijn de producten goedkoop en is er geen behoefte ze lang te gebruiken. Zo is de huidige wegwerpmaat- schappij ontstaan.” Gekoppeld aan de globalisering en de komst van massaproductie zorgde dat voor een omslag. Na Wereldoorlog II is onze produc- tie- en consumptie-explosie ontstaan. Europa was platgebombardeerd en de industrie lag stil. De optie om producten op de markt te brengen die tot vijftig jaar meegaan, bleek geen interessant businessmodel. Integendeel, producten maken die sneller stuk gaan, werd een reëel businessmodel. “Mensen kochten altijd maar opnieuw en opnieuw. Het resul- taat? Een boomende industrie, maar een vloek voor ons milieu.” Europa is afhankelijk Maar de circulaire gedachte is langzaam maar zeker terug van weggeweest. “Men beseft eindelijk dat onze planeet eindig is en grondstoffen uitgeput raken. Dat is de voornaamste drijfveer. Als je in kaart brengt waar de meeste grondstoffen vandaan komen, blijkt Europa economisch helemaal afhanke- lijk van de andere continenten. En daarom trekt men nu, vooral in Europa, volop de kaart van circulaire economie. Die economische afhankelijkheid is een belangrijke stimulans geweest ommeer circulair te gaan denken.” De circulaire economie kreeg een geweldige boost dankzij de Ellen MacArthur Foundation, vernoemd naar de oprichtster, een Britse zeilster die tijdens haar sportcarrière overal kwam en de milieuproblemen met haar eigen ogen zag. “Haar butterfly -model brengt het concept circulaire economie heel mooi in kaart. In de jaren 2000 was er ook al het cradle to cradle -principe om producten en diensten zo duurzaam mogelijk te ontwerpen. Maar dat ging alleen over kringlopen sluiten door te recycleren en te composteren. De grote meerwaarde van het butterfly -model is in eer- ste instantie producten te hergebruiken. Om daarna de componenten te hergebruiken en in laatste instantie de materialen te recycleren of te composteren. We moeten stoppen met verbranden of smelten en dumpen.” De rol van de gebruiker Ontwerpers hebben een grote verantwoorde- lijkheid in het doen slagen van de circulaire economie. Tachtig procent van de milieu-im- pact van producten wordt bepaald door de productontwikkelaars, door de keuzes die zij maken. De aanpak van ecodesign is den- ken in functie van de levenscyclus van een product. Van elke fase bekijken ontwerpers de input van energie en grondstoffen, alsook de output van emissies en afval. “Tevens implementeert de ontwerper de prin- cipes van de circulaire economie, met name het verlengen van de levensduur, het beperken van chemicaliën en het nadenken over nieu- we businessmodellen.” Zowel in het onder- wijs als in het onderzoek op de Universiteit

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=