MUA32

MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 32.2019 39 RWANDA DOSSIER ROND DE TAFEL “Ik denk dat ik ooit de moordenaars van mijn familie onder ogen wil zien”, zegt Laura Uwase. Rwanda, 25 years after the genocide On 6 April 1994, an aircraft carrying passengers inclu­ ding the Rwandan president Juvénal Habyarimana was shot down over Kigali. The same evening, the presiden- tial guard and Hutu militias started killing Tutsis and moderate Hutus. This was the beginning of what is now known as the Rwandan genocide. Scientists at the University of Antwerp pos- sess a wealth of expertise on the country and its recent history. Now, 25 years later, they are looking back and analysing this traumatic period. Bert Ingelaere and Marijke Verpoorten, who affiliated with the Institute of Development Policy, are conducting respective studies on the people’s courts (or gacaca’s ) and the economic developments that have taken place in the country following the genocide. Koen De Feyter (Faculty of Law) looks back on the difficult mission to Rwanda, in which he served on an investigating commit- tee searching for answers concerning a mass murder in a refugee camp. Finally, a Rwandan living in Antwerp tells about present-day Rwanda and the impact that the genocide has had on contemporary society. E op het punt zal belanden waarop ik kan zeggen: ‘nu heb ik het verwerkt, nu is het klaar’, maar het helpt me echt om ande- re mensen te ontmoeten en om te horen hoe zij met dat verleden omgaan. Ik heb de nood om naar Rwanda te gaan, dingen te doen in en voor Rwanda, in functie van mijn eigen ontwikkeling. Ik ben nog steeds zoekende, maar ik vind die zoektocht op zich ook wel helend.” Rwanda evolueert positief De gebeurtenissen van 25 jaar geleden werken voor Laura tot op vandaag door: “Er zijn nog nachtmerries en ik blijf hyper- gevoelig voor gewelddadige films… Ik weet wel dat het fictie is, maar ik heb aan den lijve ondervonden dat het ook wel eens écht zou kunnen worden. Ik denk dat ik ooit nog wel eens de moordenaars van mijn familie onder ogen zou willen zien. Toen ze mijn vader vermoordden, dachten de moordenaars wellicht: die vrouw met haar jonge kinderen zal toch nooit ver geraken. Ik zou hen willen laten zien: we zijn er wél nog. Meer nog: we zijn sterk en we doen het heel goed, ondanks alles. Ik ben fier op mijn mama, mijn familie en mezelf en met die bagage zou ik met hen om de tafel willen gaan zitten.” Laura ziet Rwanda op een positieve manier evolueren: “Altijd als ik terugga, ben ik verrast dat het land vooruitgaat, dat er zichtbare stappen worden gezet. Er zijn veel mensen die de directe gevolgen van de genocide nog dagelijks ondervinden, maar ik merk ook veel menselijkheid en veerkracht. De nieuwe generatie wil voor- uit. Het is verboden om nog over Hutu’s en Tutsi’s te spreken. Het idee dat die artifici- ële tweedeling binnen twee generaties niet meer zal bestaan, is hoopgevend. We hebben immers meer gemeenschappelijk dan dat we verschillen. Als we als Rwandezen onze krachten bundelen, kunnen we er absoluut iets moois van maken.” ©DeChinezen

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=