MUA32

34 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 32.2019 DOSSIER RWANDA “Complexe cocktail leidde tot genocide” Een genocide of volkerenmoord is – gelukkig – een erg zeldzaam feno- meen, alleen mogelijk gemaakt door een complexe cocktail van factoren en omstandigheden. Bert Ingelaere en Marijke Verpoorten, onderzoekers aan het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid (IOB), schetsen de context die de Rwandese genocide mogelijk maakte en kijken naar de gevolgen. E en eerste oorzaak lag in de verhou- dingen tussen de Hutu-meerderheid (85%) en de Tutsi-minderheid (14%) die vooral in de koloniale tijd – door de invoering van etnische identiteitskaarten en dergelijke – verstoord zijn geraakt”, aldus Bert Ingelaere. “De Rwandese genocide is de som van diepgewortelde opvattingen over etniciteit, een cultuur van sociale en politieke uitsluiting en straffeloosheid, en internationa- le tweeslachtigheid en hypocrisie.” Minder voedsel “Een bijkomende factor was de overbevol- king en het gebrek aan land”, vertelt Marijke Verpoorten. “Als er een negatieve economi- sche groei is, stijgt de kans op geweld. Sinds midden jaren tachtig daalde de voedselpro- ductie per capita in Rwanda, door een combi- natie van snelle bevolkingsgroei, stagnerende landbouwproductiviteit en landschaarste. Rwanda was toen al het dichtstbevolkte land van Afrika. Statistisch kan je aantonen dat landschaarste in Rwanda een significant effect heeft gehad op de intensiteit van de genocide, maar de economische factoren zijn niet de enige die het geweld verklaren.” “Je had op dat moment ook nog de nieuwe grondwet die een meerpartijenstelsel moge- lijk maakte, maar polarisering in de hand werkte, de Interahamwe als de sterk bewa- pende jongerenbeweging van de partij van president Habyarimana, Radio Mille Collines die een wijdverspreide haatcampagne tegen de Tutsi’s startte, kolonel Bagosora die een politiek van genocide heeft ingevoerd, en de internationale gemeenschap die een geopoli- tiek spel speelde rond het Rwandese conflict en besliste om niet te moeten ingrijpen”, vult Ingelaere aan. “Die dodelijke cocktail van factoren maakte een genocide mogelijk. Het opmerkelijke aan deze genocide was dat het geweld niet alleen kwam van gewapende milities, maar dat er heel veel gewone burgers bij betrokken waren. Men is erin geslaagd gewone burgers te mobiliseren om hun buren, vrienden, naasten uit te moorden.” Gacaca’s Na de genocide was er één duidelijke winnaar, het Rwandees Patriottisch Front (RPF) van Paul Kagame. De overwinnaar bepaalde hoe er met de genocide zou worden omgegaan. “Je kon er bijvoorbeeld voor kiezen om amnestie te verlenen, om een waarheidscommissie in het leven te roepen, maar er is in Rwanda toen gekozen om iederéén die een rol had in de genocide, te berechten”, vertelt Bert. “Maar met het klassieke rechtssysteem zou het 100 jaar duren vooraleer iedereen een proces had gehad. Daarom koos men ervoor om de gacaca’s of volkstribunalen opnieuw in te voeren. Dat was een inheems mecha- nisme uit de prekoloniale tijd, om conflicten te beslechten en harmonie te herstellen. De gacaca’s werden sterk hervormd met elemen- ten uit het klassieke rechtssysteem, zodat ze ook in staat waren ommet de genocide om te gaan. Ze kenmerkten zich door drie elemen- ten: schuldbekentenis (als je schuld bekende, kreeg je strafvermindering), decentralisatie (ze vonden tot in de verste uithoeken van de maatschappij plaats) en categorisering (per rol in de genocide was er een aparte strafmaat).” De gacaca’s liepen van 2005 tot 2012 en behan- delden bijna twee miljoen zaken. Hoewel deze volkstribunalen heel wat spanningen onder de bevolking veroorzaakten, niet altijd even objectief en professioneel waren – door onder

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=