MUA31

34 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 31.2019 DOSSIER DRINKWATER “Van Schoonbeke was de eerste ondernemer in water” Briljante zakenman, allrounder, lobbyist avant la lettre verstrengeld in allerlei deals met het Antwerpse stadsbestuur. Gilbert van Schoonbeke was niet vies van wat vandaag ‘belangenvermenging’ heet, maar hij was wel de eerste grote stadsvernieuwer van Antwerpen en een van de eerste ondernemers in water. G ilbert was de zoon van een Luikse urbanist en grondspeculant. Zijn vader vervlaamste zijn naam van ‘de Beaurieu’ naar ‘van Schoonbeke’. Als projectontwikkelaar had Gilbert een eigen volwaardige firma op zijn 20ste, met connec- ties tot bij het Spaanse leger, keizer Karel en Margaretha van Hongarije, destijds land- voogdes van de Nederlanden. Gilbert van Schoonbeke stampte in zijn korte leven – hij werd amper 37 – veel projecten uit de grond. Het Waterhuis aan de Brouwersvliet is een van de meest opmerkelijke. Het voorzag brou- werijen van zuiver water via een ondergronds gemetseld riool met daarin een loden buis. De buis tapte water af uit de stadsvesten, specifiek bij de Rode Poort op het einde van de Paardenmarkt. Dit deel van de stadsvesten werd in van Schoonbekes tijd gevoed door de Herentalse Vaart, een kanaaltje dat aantakte op de rivier het Schijn in Wommelgem. Vandaag staat het gebouw bekend als het Brouwershuis. Het is een museum dat nu al 17 jaar dicht is. Van Schoonbeke zou koste wat het kost de Antwerpse brouwerijen voor- zien van zuiver water. Bier was destijds de basisdrank: veilig in vergelijking met water en relatief goedkoop. Van thee en koffie was nog geen sprake. Winst boven bier “Wijn was voor de notaris en de pastoor”, lacht Wilfried Patroons, alumnus toegepas- te economische wetenschappen (1961) en onder meer oud-PR-man van brouwerij De Koninck, auteur van tal van boeken over bier en als voorzitter van de vzw De vrienden van het Brouwershuis medeorganisator van het herdenkingsjaar rond van Schoonbeke. “De gebruikshoeveelheden bier, gemaakt met gekookt water, gingen tot meer dan één liter per dag per persoon. Dat bier was natuurlijk niet zo sterk als vandaag. Het was mager en licht. Was van Schoonbeke dan zo geïn- teresseerd in bier? Helemaal niet. Hij was geïnteresseerd in de winst door die grote markt aan te boren.” Aanvankelijk werd geëxperimenteerd met waterschepen die water uit de Rupel in Rumst per boot aanbrachten. Maar dit bleek te duur en tussen 1554 en 1556 bouwde hij het Waterhuis. Het water werd via een hydrau- lische installatie uit het groot reservoir in de kelder opgepompt om verdeeld te worden over de aanpalende brouwerijen. Revolutionair was het waterdistributiesysteem van van Schoonbeke niet. “De grote middeleeuwse steden hadden al een paar 100 jaar eerder waterinfrastructuur. Er werd ook gespeculeerd of van Schoonbekes model geïnspireerd was op het Brugse Waterhuis met een gelijkaardig systeem, zij het 200 jaar vroeger aangelegd”, vertelt UAntwerpen-professor Tim Soens, milieuhis- toricus en gespecialiseerd in drinkwater- voorziening door de eeuwen heen. Maar in Brugge ging het om een stedelijk initiatief, van Schoonbeke wist zijn systeem te privatiseren. “Hij zag als een van de eerste ondernemers in Europa een markt in drinkbaar water”, zegt Soens. “Hij was de man die zijn volk liet betalen voor water en dat was revolutionair in die periode.” Van alle markten thuis Van Schoonbeke was dus geen voorloper in de zuivere technologie, wel in alles errond. “Hij centraliseerde 16 brouwerijen rond dat Waterhuis en legde daarvoor een moeras droog voor de bouw van een nieuw stadsdeel, de Nieuwstad, nu gekend als het Eilandje. Het brouwwatersysteem van van Schoonbeke

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=