MUA31

COVERVERHAAL MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 31.2019 11 Belgian curator at The Met in New York At the edge of Central Park in New York sits the Metropolitan Museum, one of the world’s larg- est art museums with over seven million visitors a year. In its fashion department, the Costume Institute, alongside 33,000 items of clothing and accessories from the last few centuries, you’ll find a young Belgian curator and UAntwerp graduate: Karen Van Godtsenhoven. She owes this eminent role to her superb work as the curator of Antwerp’s Fashion Museum (MoMu), where she worked for eight years. Karen’s rather atypical career includes a period at the University of Antwerp, where she obtained a Master in Information and Library Science and a postgraduate degree in Gender Studies. According to Karen, the main difference between MoMu and the Metropolitan Museum is in their budgets and scale, but the two museums can nevertheless learn a lot from each other, for example about preserving clothing long-term. With Andrew Bolton, Wendy Yu Curator in Charge, Van Godtsenhoven works on exhibitions and conducts research into content and loans for them. She also helps with events for the Friends of the Costume Institute, and is involved with acquisitions of objects to supplement the existing col- lection. She is currently working on an exhibition called Camp: Notes on Fashion, set to open May 9, whose scenography involves with Belgian set and lighting designer Jan Versweyveld. The Belgians rule in New York! E Belgen in New York Karen Van Godtsenhoven was het voorbije jaar ook betrok- ken bij het aankopen van een aantal stukken van Belgische ontwerpers voor het Costume Institute. “Zo hebben we een verzameling ontwerpen van Martin Margiela aangekocht alsook een kloosterachtige jurk van Olivier Theyskens. Maar evengoed stukken van Yves Saint Laurent, Viktor & Rolf, Vivienne Westwood, Comme des Garçons, Jean- Paul Gaultier en Alexander McQueen. Het is heel fijn om de kans te hebben om meesterwerken aan te kopen. Je weet ook dat de stukken in de beste omstandigheden kunnen bewaard worden, omdat de Met-standaarden heel hoog zijn. Vaak zetten we onze knowhow in om an- dere landen te helpen die met conditieproblemen kampen. Toen onlangs het Nationaal Museum in Brazilië afbrandde, hebben we onze expertise en mensen gedeeld. We wisselen expertise uit en staan bij in crisissituaties.” Toekomstdromen heeft Karen genoeg. “Ik zou nog graag eens een grote expo organiseren over de garderobes van vrouwelijke arties- ten zoals kunstschilders Georgia O’Keeffe en Frida Kahlo, de Japanse artieste Yayoi Kusama, Marlène Dietrich en Björk. Hoe kan een garderobe de vrouwelijke identiteit uitdrukken of ondersteunen? De Mexicaanse Frida Kahlo, bijvoorbeeld, werd getroffen door kinderverlamming aan haar rechterbeen. En als achttienjarige brak ze bij een busaccident haar ribben, benen, heup en ruggengraat, waardoor ze verder met krukken en korset- ten door het leven moest. Er zijn heel wat modeobjecten te vinden die haar als per- soon, zowel artistiek als politiek, definiëren.” "Een andere expo die ik nog graag zou doen, is over de generatie Oostblokontwerpers die opgroeiden na de val van de Berlijnse muur, met Berlijn als dialectische brug/spiegel tussen Oost en West.” expo van vorig jaar, Heavenly Bodies: Fashion and the Catholic Imagination , was de meest bezochte expo ooit. Alle bezoekersrecords werden gebroken.” Oostblokontwerpers Verbindingen tussen het ModeMuseumen The Metropolitan Museum of Art zijn er al lang. “Er is in 2004 al eens een expo over Grieks geïnspireerde mode, Goddess, the Classical Mode , van The Met naar het MoMu gekomen. We bruiklenen ook af en toe van elkaar. Onze conservators zijn met gelijkaardige dingen bezig, onder andere met hoe je stoffen met veel plastic en kunstvezels op lange termijn kan bewaren. Dat is trouwens een voort- durend gevecht voor modemusea, die een erg veranderlijk medium willen ‘vastzetten’. Ik denk dat daar zeker nog mogelijkheden zijn om onze expertise over het conser- veren van kledingstukken uit te wisselen.”