MUA30

DE UITDAGING 44 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 30.2018 erg belangrijk dat je als wetenschapper vertelt waar jemee bezig bent, en waarom”, geeft Zjef Pereboom aan, sinds 2007 manager van het CRC en sinds 2017 ook deeltijds hoofddocent aan onze universiteit. Van Elsacker: “Als de mensen naar onze par- ken komen, wil ik niet dat ze leren wat er in alle ‘beestenboekjes’ staat. Dan wil ik dat ze leren wat wij ontdekt hebben. Als je mensen kan fascineren met een origineel verhaal cre- ëer je sneller verwondering en breng je hen respect bij voor de natuur.” Maar waarom doet een dierentuin aan weten- schappelijk onderzoek? En waarom wil de KMDA dat nu zo uitdrukkelijk naar buiten brengen? “We bestaan 175 jaar. Wat met de volgende 175 jaar? Hoe gaanwij in de toekomst onze kweekprogramma’s runnen? Dat is levend erfgoed”, zegt Van Elsacker. “Bij de oprichting van ZOO Antwerpen in 1843 was ons motto: Pro Natura et Scientia . Voor natuur en weten- schap. En dat geldt nog steeds. Misschien nu wel meer dan ooit.” “Wij houden dieren”, gaat Pereboom verder, “om ze te tonen aan het publiek en om de mensen een leuk en leerzaam dagje uit te geven. Dat moet je op een zo verantwoord mogelijkemanier doen. Dierenwelzijn is dus een absolute prioriteit. Je moet weten hoe je de dieren zo optimaal mogelijk houdt, wat hun natuurlijke gedrag is en hoe ze zich voortplanten. En daar moet je onderzoek naar doen. Vooral omdat het omdie- ren gaat die je niet even snel in dewinkel koopt.” Wettelijke verplichting Van Elsacker: “Het is ook een vorm van duur- zaamondernemen. De dierencollectie gezond houden, maar er ook voor zorgen dat ze zichzelf in stand houdt. Voor nog vele generaties na ons. Als je dat wil doen, kan je niet experimenteren.” Wetenschappelijk onderzoek door dierentuinen is een wettelijke verplichting. “Maar dat is op veel manieren te interpreteren. Het volstaat bijvoorbeeld al om stalen af te staan of om onderzoekers op je terrein toe te laten. Daar nemen wij geen genoegenmee. Wij willen zelf relevant onderzoek doen”, aldus Pereboom. Naast toegepast onderzoek, gerelateerd aan en in functie van de dierenparken, doet het CRC ook onderzoek naar bedreigde diersoorten in het land van oorsprong omzo bij te dragen aan natuurbehoud, vaak in samenwerkingmet de lokale bevolking. “Door verregaande achteruitgang van de natuur wordt onze expertise relevant in het beheer van bijvoorbeeld natuurparken”, vult Van Elsacker aan. “Omdat universiteiten aan fundamenteel onderzoek doen en wij in hetzelfde academi- sche landschap zitten, stuurt de overheid er sinds 2000 op aan om naast toegepast onder- zoek ook fundamenteel wetenschappelijk onderzoek te doen. Vooral in ons bonobo-on- derzoek komt dat fundamentele karakter sterk naar voren. Bij bonobo’s, de nauwst levende verwant van de mens, bestuderen we sociaal gedrag, cognitie en leerprocessen, ontwik- keling, functionele morfologie en evolutie. En gelinkt daaraan, wat we daaruit kunnen leren over de evolutie van onze eigen soort.” Inteelt vermijden De KMDA coördineert ook van vijf diersoorten de internationale kweekprogramma’s. Op grond van genetische en demografische ana- lyses worden okapi’s, bonobo’s, Kongopauwen, goudkopleeuwaapjes enmonniksgierendoor de experten van de KMDA gekoppeld aan de bes- te partners in andere dierentuinen, om zoveel mogelijk genetische diversiteit te behouden. “CITES 1972, de Convention on the International Trade of Endangered Species, ligt aan de basis”, zegt Pereboom. “Toen werd de import van wilde dieren internationaal verboden. Als dierentuinen dieren wilden houden, moesten ze zelf kweken met wat ze hadden en dus inteelt vermijden. Ook daar waren we visio- nair. Agatha Gijzen, dierenarts en de eerste Als de mensen naar onze par- ken komen, wil ik dat ze leren wat wij ontdekt hebben. Zoo launches platform for scientific research Scientific research is in their DNA at the Antwerp and Planckendael zoos. “It is carried out and used in our zoos, but also at our research stations abroad”, says Linda Van Elsacker, who earned a PhD in biology at UAntwerp in 1988 and is now zoological director of the Royal Zoological Society of Antwerp, the parent company of the Antwerp and Planckendael zoos. Van Elsacker became the first scientist to be permanently employed at Antwerp Zoo in the late 1980s. In early 2000 she was closely involved in the creation of the Centre of Research and Conservation (CRC), the research centre for both animal parks. The day-to-day activities of the CRC involve things that you wouldn’t necessarily associate with zoos: DNA analyses, the coordination of breeding programmes following thorough scientific research, and nature conservation abroad, also based on scientific research and frequently carried out in collabo- ration with the local population. The ZOOscience.be platform was recently launched to help communicate the often award-winning work of their scientists and experts to a wider audi- ence and the academic world. "I think it's very important that scientists explain what they are doing and why", says Zjef Pereboom, manager of the CRC since 2005 and visiting tutor at our university. Van Elsacker: "When people come to our parks, I don’t want them to hear the same old things they can find in any book about animals. I want them to learn about what we have discovered. If you can fascinate people with a story – something more original than what they’ve already read – you can create more of a sense of wonder and respect for nature.” E Linda Van Elsacker

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=