MUA30

MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 30.2018 37 STAGES DOSSIER “Huisarts in opleiding heeft vaak frisse blik” Een buitenbeentje onder de stages blijft natuurlijk de opleiding geneeskunde.Al vanaf het derde jaar trekken de studenten geregeld halve dagen de praktijk in. Na de basisopleiding volgt een lange stagepe- riode. “In onze praktijk draait een ‘haio’ (huisarts in opleiding, red.) een jaar mee”, vertelt dr. Katelijne Baetens, huisarts in Edegem, alumna en stagementor voor geneeskundestudenten van UAntwerpen. “Haio’s kunnen tijdens hun stage voortdurend terecht bij de ervaren artsen in de praktijk. Dat is ook nodig: huisarts is een zwaar beroep, naast de technische compe- tenties zijn er bijvoorbeeld ook de emotionele aspecten. Maar wij kunnen zeker ook iets leren van een jonge dok- ter. Die kijkt vaak met een frisse blik naar een probleem en durft weleens kritiek te geven op iets wat wij al jaren zonder nadenken doen. Dat geldt dan niet alleen voor de puur medische dingen, maar bijvoorbeeld ook voor ICT-gerelateerde zaken. En ja, we durven zo’n jonge huisarts wel eens gelijk geven ook." (lacht) een grootschalige evaluatie is het nog te vroeg, maar we merken wel dat die stages geapprecieerd worden door de studenten. De opleiding geschiedenis is breed algemeen vormend, met een theoretische en onder- zoeksgerichte basis. Een stage biedt hen de mogelijkheid om ook praktische competenties te verwerven. Een absolute meerwaarde, al betekent dat niet dat de opleiding an sich veel beroepsgerichter gaat worden. Onze klankbordgroep gaf trouwens aan dat dit niet hoeft: beter een stevige academische basis, waarop later kan worden voortgebouwd op de werkvloer.” De historici in spe kunnen momenteel kiezen uit een veertigtal organisaties. Daar zijn grote namen bij, zoals het Museum aan de Stroom of de Kazerne Dossin. Maar ook het kleinscha- ligere Ruusbroecgenootschap, verbonden aan UAntwerpen, behoort tot de mogelijkheden. “En studenten kunnen ook zelf een voor- stel indienen”, vertelt Delsaerdt. “Vandaag zijn het nog uitsluitend organisaties uit de erfgoedsector. Maar het is onze bedoeling dat uit te breiden. Waarom zou een stage niet kunnen bij een productiehuis dat bezig is met geschiedenis? Het kan onze studenten alleen maar sterker maken: ze gaan tijdens een sta- ge te rade bij zichzelf en ze leren waar precies hun sterke en minder sterke punten liggen.” F eedback van oud-studenten leerde ons dat historici tijdens een sollicita- tiegesprek moeilijk kunnen aangeven waar ze nu precies sterk in zijn”, aldus Delsaerdt, coördinator van de stage binnen het Departement Geschiedenis. “Een stage kan daar een belangrijke corrigerende rol in spelen. De vraag naar een stage kwam ook vanuit de studenten zelf: zij willen kunnen proeven van het beroepsleven.” Twee jaar geleden introduceerde de oplei- ding een nieuw keuzevak in het masterjaar. Studenten kunnen een stage publieksge- schiedenis volgen, goed voor 120 werkuren. Delsaerdt: “We werken samen met UGent en hebben een lijst van stage-instellingen waar de studenten terechtkunnen. We verwach- ten van de studenten dat ze een historisch georiënteerde productie kritisch observeren, bijvoorbeeld een tentoonstelling of de website van een organisatie. Maar daarnaast willen we hen ook hands-on laten meewerken, bij- voorbeeld bij het ontwikkelen van een app of het organiseren van een expo.” Wat heb ik nu geleerd? Een kwart tot een derde van de masterstu- denten geschiedenis kiest voor de stage. “Voor Historici trekken het werkveld in Sinds het academiejaar 2016-17 kun- nen de masterstudenten geschiede- nis als keuzevak een stage volgen. “Dat doen ze meestal bij erfgoedorga- nisaties, maar het moet ook kunnen in de commerciële sector”, zegt prof. Pierre Delsaerdt. HANDS-ON “Waarom zou een stage niet kunnen bij een productiehuis?”, vraagt Pierre Delsaerdt zich af.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=