MUA29

MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 29.2018 37 ALGEN DOSSIER Vijver wil de soort – indien in de peerreview aanvaard als nieuwe soort – graag naar haar vernoemen. Maar waarom is het belangrijk om al die een- celligen (Van de Vijver vermoedt dat er alleen al 250 000 verschillende diatomeeënsoorten bestaan) zo nauwkeurig op te zoeken en te beschrijven? “In eerste instantie omwille van het ecologische paspoort dat bij hun beschrijving hoort. Verschillende kiezelwie- ren gedijen bij andere waterkwaliteiten, van het zuiverste water tot de grootste beerpoel. Je herkent dus aan de soort alg die je in het water vindt, hoe zuiver het er is, en zelfs of er pesticiden of zware metalen verontreiniging veroorzaakten. Ik doe dan ook veel werk voor de Vlaamse Milieumaatschappij. Maar dan is het natuurlijk belangrijk om de soorten algen goed uit elkaar te houden. Wij leveren gegevens aan die nodig zijn om onze ecologie te interpreteren. De kwaliteit ervan, maar ook de originaliteit. Algen uit Zuid-Amerika die opduiken in Europese havens, vertellen iets over globalisering. En, waarom het mij ook zo passioneert, ze zijn gewoon erg mooi.” W e treffen professor Van de Vijver op een druk moment in zijn bureau in de Plantentuin van Meise. Met een collega is hij in de weer met een boek uit de Weense archieven van 1880, om zeker te zijn dat een van de microalgen die hij heeft meegeno- men uit Antarctica wel degelijk een nieuwe soort is, en niet al 140 jaar geleden beschre- ven. “Detectivewerk”, glimlacht hij, duide- lijk makend hoe leuk hij dit vindt. “Dat is mijn onderzoek: het in juiste vakjes steken van kiezelwieren of diatomeeën, eencellige microalgen. Vroeger onderscheidden we de algen die we kenden uit Europa, en gebruik- ten die namen om algen overal ter wereld te categoriseren. Wat natuurlijk niet klop- te. Dus zijn onderzoekers nu overal bezig met stalen uit poelen en rivieren onder de microscoop te leggen en de archieven aan te vullen met steeds nieuwe soorten dia- tomeeën.” J.K. Rowling Van de Vijver, die naast zijn baan bij de Plantentuin als hoofddocent verbonden is aan UAntwerpen, heeft inmiddels zo’n 350 nieuwe soorten gevonden. Een ervan werd vernoemd naar een overleden collega uit de Plantentuin, een ander, de Navicula flandriae, naar Vlaanderen. Voor het staal waarvoor hij de Weense archieven in moest, dringt de tijd. Een collega-onderzoeker wordt 70, en Van de Het zit hem in de details Dat algen bijzonder nuttig kunnen zijn, niet in het minst als indicator van waterkwaliteit, wil nog niet zeggen dat we ze allemaal al ken- nen. Verre van zelfs. “Het is puur detectivewerk.” MILIEU "Aan de soort alg die je in het water vindt, zie je hoe zuiver het er is.” DNA duwt microscoop weg Het detectivewerk naar nieuwe soorten diatomeeën van Bart Van de Vijver wordt in de toekomst wat minder romantisch. Legt hij nu nog staal na staal onder de microscoop, om alle soorten microalgen die hij zo herkent een voor een te turven op een blocnote, dan staat zijn beroep morgen voor een ferme digitalisering. “Mijn aanpak is puur morfologisch, maar met genetisch onder- zoek wordt het mogelijk om soorten te onderscheiden op basis van DNA. En dan haal je gewoon alle verschillen- de DNA-profielen uit een bakje water, barcoding heet dat. Op die manier zullen ook veel nieuwe soorten opduiken, die genetisch van elkaar verschillen zonder dat je dat aan hun vorm kan zien. Maar goed, voor we op die manier pakweg wa- terkwaliteit efficiënt kunnen testen, moeten eerst al die DNA-profielen beschreven zijn. Mijn aanpak gaat dus nog wel even mee.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=