MUA29

HET TRIO MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 29.2018 23 wie niet. “We hebben een matrix gemaakt om te kijken: wie hebben we nodig voor ons ecosysteem?” vertelt Lenaerts. “Alle scha- kels moeten aanwezig zijn om het te doen functioneren. Software en consultancy zijn voldoende ingevuld, momenteel hebben we vooral nog nood aan hardware. Alumni die zich aangesproken voelen, mogen zich trouwens nog altijd melden. Een ecosysteem vraagt om een specifieke cultuur, namelijk mensen die geloven in samenwerking en symbiose, en die dingen willen delen met elkaar.” “Als starter maak je fouten”, weet Weyn. “En als je elkaar voor die fouten kan behoeden, is dat wel fijn.” “Ik denk dat The Beacon vooral voeding en zuurstof moet geven aan de kansen die er liggen”, meent Coekelbergh. “En dat vraagt geen elitair, rigide manage- ment”, weet Lenaerts, “maar een open omge- ving waarin de verschillende actoren vooral worden gestuurd in connecteren met elkaar.” Awards Met zeven founders uit diverse sectoren toont Aloxy dat dit connecteren alvast goed gelukt is. De start-up had vanaf het begin de wind in de zeilen met meteen twee innovatie­ prijzen op zak. In november vorig jaar werd Aloxy geselecteerd om deel te nemen aan de tweede editie van de Plant 4.0 incubator in Parijs. Dit open innovatieconcept, ont- wikkeld door onder meer Total, stelt start- ups in staat om hun technologieën uit te testen in grote industriële bedrijven die op zoek zijn naar innovatieve oplossingen voor dagelijkse problemen. Zo kon Aloxy meteen op een plant van Solvay in Spanje aan de slag. In maart won de start-up bovendien de 8ste BEMAS Digital Innovation Award. “Dergelijke wedstrijden openden deuren en leidden tot heel wat contacten”, bevestigt Weyn. “Het was bovendien erg zinvol om deel industriële klep of op een ventiel bevestigen en vervol- gens vanop afstand uitlezen of de klep open of toe staat.” Weyn en Coeckelbergh zien alvast een ideale mix van de academische wereld en de bedrijfswereld. “In de che- mische industrie zag ik een industriële probleemstelling en onze paden hebben zich toevallig gekruist. Zo zijn we met verscheidene mensen beginnen nadenken over de mogelijkheid om onderzoek én een mogelijke toepassing ervan in een industriële con- text te verbinden”, aldus Coeckelbergh. “In het verleden is er vaak gewerkt vanuit: we hebben een idee, we starten daar een bedrijf rond en proberen het te vermarkten”, vertelt Weyn. “Maar je moet vanaf de initiële fase met die gro- te bedrijven samenwerken. Door deze cocreatie konden we ons aanbod op de vraag van de bedrijven afstemmen nog voor de echte ontwikkelingenmoesten gebeuren. Het mooie aan The Beacon is dat grote bedrijven, sca- le-ups , start-ups en onderzoeksinstellingen samenzitten om rond bepaalde topics samen te denken en werken.” Ecosystemen “De pre-incubatoren zijn eigenlijk een soort ecosystemen die vooral als doel hebben om te verbinden”, aldus Lenaerts. “Vroeger dachten we: innovatie zit in een bedrijf. Daarna dach- ten we: nee, innovatie zit in de universiteiten. En nu zijn we in een fase gekomen dat we beseffen: het zit ertussen. Het gaat over con- necting the dots , vraag en aanbod verbinden en de ontbrekende competenties invullen.” “Het gaat ook over uitdagingen of probleem- stellingen samenbrengen met de bouw- stenen voor oplossingen”, vindt Coeckelbergh. “Maarten en ik heb- ben elkaar toevallig gevonden, The Beacon kan nu in beide richtingen dit soort processen en interactie faciliteren. Wij en ook anderen kunnen nu gerichter naar waarde zoeken, want het is net in het probleem dat de waarde verscholen zit.” “Vandaar dus waardecreatie, valorisatie”, vult Lenaerts aan. “Valorisatie is veel meer dan louter commercialisatie. We willen met onze pre-incubatoren onderzoekers ondersteunen in een omgeving waar ze dingen al eens kun- nen uittesten. De echte incubatie is de stap daarna. We merken dat mensen opnieuw de behoefte hebben om fysiek te gaan samen- zitten, omdat er zo onverwachte samenwer- kingen ontstaan. Dat is ook de definitie van een ecosysteem: de verschillende elementen interageren met elkaar en houden zichzelf in stand. Elke schakel is cruciaal voor het geheel.” Antwerpen boven “Dit is écht iets nieuws”, weet Lenaerts. “En daar is de Universiteit Antwerpen momenteel uniek in. Wij willen zeer bewust die interactie met de bedrijven, de onderzoekers, de bur- gers én de overheid. In The Beacon zijn ook mensen van de stad en de haven betrokken. Zij kunnen bijvoorbeeld vragen vanuit de haven vertalen die breder gaan dan de vraag uit één bedrijf.” Voor Lenaerts is dit een grote opportuniteit voor de universiteit om iets te kunnen betekenen voor de regio. “Antwerpen is wereldwijd de tweede grootste chemieclus- ter en bij uitbreiding is deze regio – stad én haven – dus de ideale proeftuin van waaruit we verder internationaal kunnen denken.” “De industrie en de haven zijn essentiële motoren voor de Vlaamse welvaart”, vult Coeckelbergh aan. “Er is materiaal genoeg aanwezig om innovatief te zijn.” Strenge selectie Anders dan op een bedrijventerrein is er voor de open innovatiehubs een strenge selectie gebeurd om te bepalen wie erin mocht en Pre-incubatoren geven voeding en zuurstof aan de kansen die er liggen. Wim Coeckelbergh

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=