MUA29

HET DING 16 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 29.2018 · gebaseerd op de Minerva AKS van 1927 · 10 cm lang, 11 cm breed, 10 hoog cm · gewicht hangt van de houtsoort af · vanaf 75 euro · samenstelling: 90 procent hout uit recu- peratiebron (haven), wielen berkenmulti- plex (ook recup) Ottokar, Mark 4 gekend als haven voor containers, maar in de oude haven lossen ze nog hoofdzakelijk bulkgoederen. Daar gebruiken ze hardhouten balken uit beuk en eik om de goederen te vervoeren. Dat is kwalitatief erg goed hout.” Recent boorde hij een nieuwe ‘bron’ voor zijn hout aan. “Ik reed op een dag met de fiets op de Noorderlaan en zag stomverbaasd een slagveld aan omgehakte bomen. Oké, die werken om onder meer de tramverbindingen richting Ekeren door te trekken, zijn noodza- kelijk voor de verbetering van de Antwerpse mobiliteit, maar er wordt zo weinig rekening gehouden met bomen en groen aan een ont- werptafel.” Inventaris Via via kwam hij terecht bij de mensen van Noorderlijn, die hem een volledige inventaris konden voorleggen van de drie- honderd bomen die nog recht- stonden op de Italiëlei. “Een Excel-bestand met welke boom aan welk huisnummer stond, wat de dikte was, de lengte, de vorm van de stam, vlak of met veel noesten. Ik kocht de bomen van de aannemer en het project Stadshout.be zag het levenslicht. Maar driehonderd was ook voor ons te veel. Het zijn er honderd geworden. In een partner- ship zijn er vijftig gekocht door meubelmaker Bosq, een onderdeel van de Bulo-groep, waar we boomstamtafels en parket voor maken. Natuur- en landschapszorg kocht er ook vijftig en helpt ons met de collectie en het ruwe hout zodat de Antwerpenaar ook zelf aan de slag kan. En nog eens negen bomen zijn van Stadshout.be zelf.” Gevelbanken op de Leien Menig Antwerpenaar ziet Ponette als de man die de bomen op de Leien redde. “ Mjah , ik heb ze gered van verbranding, maar niet van de kap. Ik zie bomen in een stad, ruimer dan Antwerpen, liever zo lang mogelijk staan. Een boom aan het einde van zijn leven bevat geen CO 2 meer en dan komt dat bij de verbranding ook niet meer vrij. Maar de bomen op de Leien waren nog niet uitgeleefd.” Alleszins werkt hij nu aan de prototypes voor de collectie van Stadshout.be, zoals tafels, verlichting, snijplanken, onderzet- ters, barkrukken, salontafels en zitban- ken. Het is de bedoeling om er overal een ‘A’ van Antwerpen in te verwerken, soms subtiel, soms opzichtig. Alle items moe- ten zeker het kwalitatieve hout maximaal naar boven brengen. “Ik wil dat dit lang wordt bijgehouden. Het idee om een deel van het hout terug in de stad te brengen, bleek lastig. Plataan is geen buitenhout, dus straatmeubilair was geen optie. Maar mogelijk komen er wel gevelbanken vast te hangen aan huizen op de Leien. Via de burgerbegroting, een project van het dis- trict Antwerpen. Iedereen kan ook bij ons terecht voor een ruwe plank.” Als houtbewerker moet ik jaarlijks maar één keer naar het containerpark. Alumnus giving Antwerp’s trees a new future Some see him as the saviour of the trees on Antwerp’s Leien, the city’s main boulevard, after he bought a hundred of them to make furniture and toys from. Alumnus Sam Ponette (36), a graduate of both the Product Development and Architecture programmes at our university, is flattered – but would rather see trees living out their natural lives: “When they are burnt up too early, all the CO2 they have absorbed is once again re- leased.” He is a woodworker who is against tree felling, and he rides a cargo bike. “I pride myself on sustainability and never get taken in by hype. And I don’t make toys, but heirlooms. When things are made with passion, you don’t just throw them away.” For the first eight or nine years of his career, Ponette sourced his wood fromAntwerp’s port – hardwood beams that had been used to transport bulk cargo. Every day he still draws inspiration fromboth of his study programmes at our university. E Door het winkelkarretje In duurzaamheid is Ponette intussen alsmaar principiëler geworden. “Ik ben een houtbe- werker met een cargofiets en heb geen auto meer. Voor mijn autootjes gebruik ik stukjes hout vanaf drie centimeter. Ik verbruik ook bijna alles. Als houtbewerker moet ik jaar- lijks maar één keer naar het containerpark. Ik gebruik mijn schaafsel bijvoorbeeld als verpakkingsmateriaal voor mijn speelgoed. Het afval van de platanen wordt gebruikt als voedingsbodem voor paddenstoelen en tot compost verwerkt. Daarom zijn we met part- ner Pad en Stoel bezig met een experiment. Op termijn kunnen mensen dan compost voor hun tuin komen halen, bijvoorbeeld.” Ponette trekt duurzaamheid ook zoveel moge- lijk door in zijn eigen leven. “Het besef dat het beter kan, groeit. Zelfs als gezin met twee kinderen hebben we maar één vuilzak restafval per twee weken. In de Colruyt doe ik alleen de trostomaatjes in een plastic zak- je omdat ze anders door het winkelkarretje vallen”, lacht hij.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=