MUA26
36 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 26.2017 DOSSIER ARMOEDE maar een toename aan arme kinderen en alleenstaande ouders.” “De armoede verkleurt ook”, stelt Oosterlynck vast. “Gekleurde armoede is geen genera- tiearmoede. De nieuwkomers brengen een ander type armoede binnen. Vroeger hadden we een homogene blanke maatschappij, maar de laatste decennia is onze samenleving com- plexer geworden. Onze nationale staat is niet meer afgesloten van de wereld. We krijgen de armoede van elders op ons bord. Ik denk dat we te weinig verantwoordelijkheid nemen voor armoede en ongelijkheid van buiten onze grenzen. Want wat doe je bijvoorbeeld met de klimaatvluchtelingen? Wíj hebben die klimaatverandering veroorzaakt. Het idee dat je armoede enkel nationaal kan meten, lukt niet meer. Als je de economie globaliseert, globaliseer je ook de verantwoordelijkheid voor sociale problemen.” Vermarkting sociaal beleid “Er bestaat niet één kant-en-klare oplossing voor sociale problemen als armoede”, weet Raeymaeckers. “Eén enkele actor kan geen oplossing bieden, en vermarkting van het sociaal beleid is al helemaal geen optie.” Toch is het dat wat we in een grootstad als Antwerpen zien gebeuren. Zo werd het dak- lozeninloopcentrumDe Vaart aan Hotelgroep Corsendonck en aan G4S Care, een dochter- onderneming van een beveiligingsmultina- tional, toegekend. En ook twee buurthuizen volgen dezelfde weg. “Het stadsbestuur introduceert zo de prin- cipes van het ‘new public management’ in het sociaal werk”, vertelt Raeymaeckers. “Het besteedt opdrachten uit door concur- rentie te organiseren tussen non-profit en private spelers. Wie de beste kwaliteit tegen de laagste prijs belooft te leveren, krijgt de NIEUWKOMERS “We krijgen de armoede van elders op ons bord”, stelt Stijn Oosterlynck. opdracht. Maar uit wetenschappelijk onder- zoek blijkt dat dit geen goed idee is. Als je concurrentie installeert in het middenveld en tussen sociaalwerkorganisaties, dan gaat de expertise die langzaam door netwerking en samenwerking opgebouwd werd, verloren. Een belangrijke kritiek op een beleid dat inzet op vermarkting is dat de structurele functie van het sociaal werk verdwijnt. Een sociaal werker is de ideale partner voor het beleid om constructief na te denken over hoe je armoede op het terrein moet bestrijden. Een lokaal bestuur moet daarom zoveel mogelijk partners de kans geven een stem te hebben in het sociaal beleid. Ik pleit voor samenwerking en netwerking tussen sociaalwerkorganisa- ties om de expertise te bundelen.” Armoede uitroeien Kan armoede ooit uitgeroeid worden? Daar vrezen de onderzoe- kers voor. “We leven in een maatschappij die niet meer weet hoe ze met verschillen tussen mensen moet omgaan”, aldus Raeymaeckers. “Er is dringend nood aan een armoedebeleid dat herverdelend werkt, ongeacht gezinsvorm of herkomst.” “Onze maatschappij is heel bedreven in groe- pen te onderscheiden van elkaar en de midde- len te monopoliseren”, vult Oosterlynck aan. “Ik onderschat de creativi- teit van de samenleving om ongelijkheid te cre- ëren niet. We leven nu eenmaal in een systeem dat op concurrentie gebaseerd is, met win- naars en verliezers. En die verliezers noemen we ‘armen’.”
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=