MUA26
HET DUO 24 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 26.2017 verleden, toonaangevend kunnen zijn. Het potentieel om met hernieuwbare energie zelfvoorzienend te zijn, bestaat hier, leest het betreffende hoofdstuk. Allereerst door het grote Kempense voordeel: ruimte. Er is plaats voor zonnepanelen en windmolens. Bij de sluizen experimenteert men vandaag met elektriciteitswinning uit waterverval. Maar vooral: VITO werkt hier met diepe geothermie. Daarbij wordt warmte onttrokken aan hete grondlagen, door water tussen boorgaten rond te pompen. De meeste geothermie- projecten boren diepe grondlagen aan die van nature water bevatten, en die komen in grote delen van de Kempen voor. Collectieve oplossingen Dat laatste leidt tot een van de meest inte- ressante inzichten van de Kempenatlas : die over de nieuwe manieren van wonen. Wie wijken wil verwarmen met geothermie, een voorwaarde voor de rendabiliteit van de tech- nologie, moet ervoor zorgen dat mensen dicht bij elkaar, en dicht bij de energiebron gaan wonen. En dat in een regio die doorheen de jaren almaar diffuser verkaveld is. “Toch geloof ik dat het hier kan lukken, omwille van die oude traditie van collectief wonen in MOBILITEIT “De Kempen onbereikbaar? Waarom blijft Nike hier dan maar bijbouwen?”, stelt Maarten van Acker ( r .). Experimenting with a region Two centuries after the dramatic opening up of the Kempen region, thoughts are again turning to how societal challenges can best be tackled in this area. Reason enough for architectural associ- ation AR-TUR to map the Kempen in detail in a complete atlas, under the editorship of Maarten Van Acker, a professor of urban design at UAntwerp. Himself fromGhent, Van Acker became fas- cinated by the Kempen during his studies into how infrastructure works affect an environment. Perhaps some of the most extensive of these works were begun in 1840, when the young Belgian state decided to dig a network of canals to transform the Kempen into an agricultural region – a decision which backfired completely. Following a period of industrialisation, the Kempen region has since grown into a strong eco- nomic performer, though it doesn’t have the associated ‘image’. “That’s because of our legendary modesty”, explains Michaël Bremans, himself a ‘Kempenaar’ and former CEO of the Kempen’s ecological soap giant Ecover. “It’s the ideal environment for experimenting with solutions to con- temporary problems”, says Van Acker. Besides a modal shift towards water and rail, and sustain- able energy independence, he believes the Kempen could also stand to benefit from testing more compact ways of living. There is a local tradition of collective living, the best example of which is perhaps the well-known practice of housing mentally ill patients with families in Geel. Van Acker believes the time is ripe to introduce similar communal living and working initiatives. sen die samen hebben geleefd en gewoond, dat ik geloof dat de nieuwe stedenbouwkun- dige ideeën rond hechter samenleven en -werken net hier kans van slagen hebben.” Grenzen aan de Kempen Het zijn niet de enige ideeën in het naslagwerk, dat zonder veel moeite de belofte inlost een stevige basis te vormen voor de beleidslijnen van de Kempense toekomst. Het project gaat nu de boer op onder de titel KEMPENLAB, en wil ook bij inwoners inspiratie halen. Een vervolg waarbij UAntwerpen en Maarten Van Acker betrokken zullen blijven. Toch blijft het boek het antwoord schuldig op wat misschien wel de belangrijkste vraag van een atlas is: tot waar reiken de Kempen? Vraag je het aan de Kempenaren zelf, dan lopen de grenzen goeddeels gelijk met de Antwerpse Kempen. In Nederland en Limburg krijgen de respec- tievelijke streekidentiteiten de overhand. Naar echte grenzen is het vruchteloos zoeken. De titel van de hoofdstad der Kempen? Ze geven er twee: Turnhout en Herentals. De Parel der Kempen? Westerlo. Maar vooral beslechten ze op de kaart een van de meest verhitte discussies in de regio, die van de Poort der Kempen. Lier, zo luidt het oordeel. Al zal ook dat debat ongetwijfeld weer gevoerd worden. E deze streek”, denkt Van Acker. “Van de oude abdijen en begijnhoven, over de kolonies van landbouwers en later gevangenen en land- lopers in Wortel en Merksplas, tot de mili- taire kampen en de tuinwijken die gebouwd werden naast steenbakkerijen en mijnen. En vergeet niet die beroemde opvangtraditie van geesteszieken bij de gezinnen in Geel. Er zijn hier zoveel voorbeelden van groepen men-
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=