MUA24
DE UITDAGING 44 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 24.2017 “Onze medische specialisatie staat klaar om de technologie te laten overnemen”, vertelt hij. “In enkele decennia gingen we van de klassieke röntgenfoto’s en CT-scans naar technieken die werkenmet geluidsgolven, magneetvelden en radioactieve tracers. Maar nu wordt het de software die voor een stroomversnelling zorgt. De volumetrische en kwantitatieve analyse van onze beelden gaat met rasse schreden vooruit. In plaats van dat we, nog niet zo lang geleden, de grootte van een tumor moesten inschatten op zicht, weten we nu haarfijn hoe groot die is, maar bijvoorbeeld ook hoe doorbloed en opgebouwd.” “Dat is van belang om tot een juiste behande- ling te komen, of om te weten of de therapie aanslaat. Artificiële intelligentie doet de rest. Wereldwijd ontstaan databases met gegevens over zeldzame aandoeningen. Dan duurt het niet lang voor zo’n intelligente encyclopedie beter weet dan de arts, die zo’n aandoe- ning misschien drie keer op een carrière tegen- komt, hoe de ziekte zich gedraagt.” “Of ik het erg vind dat een computer mijn interpreterende taak overneemt? Nee, en ik zie ook bij collega-radiologen een grote bereidheid daartoe. Al speelt een genera- tiekwestie, met de jongeren die meer open- staan voor technologie.” Bloedlabo Maar het gaat Parizel nog omwat anders. Een gestandardiseerde beeldvorming met duidelij- ke, objectieve gegevens kan volgens hem een basis zijn waarop andere medische disciplines kunnen bouwen. Zoals een bloedonderzoek. Heeft radiologie nu vaak het imago duur en geldverspillend te zijn, droomt deze weten- schapper van een medische beeldvorming als evidente gids voor behandelende artsen. En net zoals bij een bloedonderzoek het labo een precies cijfer kan geven, bovendien afge- zet tegen een relevant gemiddelde, zo moet volgens Parizel de radioloog binnenkort een objectief ziektebeeld kunnen schetsen. “Let wel, ik pleit niet voor een wildgroei aan radiologische onderzoeken”, waarschuwt professor Parizel. “Dat zou niet alleen veel te duur worden, maar ook ongezond. Er bestaat wel degelijk een – licht – verband tussen het ontstaan van bepaalde kankers en herhaal- de blootstelling aan radiologische straling. Meisjes met een scheefgegroeide rug bleken later iets vaker borstkanker te ontwikkelen, door de herhaalde radiografische opnamen waaraan ze op jonge leeftijd werden blootge- steld. En voor artsen geldt nog steeds: primum non nocere . Eerst en vooral niet schaden. Ja, we zouden veel meer informatie kunnen krij- gen als we regelmatig bij iedereen een scan zouden uitvoeren. Maar dan wel tegen een enorme kost, zowel economisch als medisch. Bovendien is het vaak niet nodig om in te grijpen, zelfs al merk je iets op de beelden op. Wat doe je met littekens van oude let- sels? Met goedaardige aandoeningen waar mensen mee zijn gaan leven? In Oost-Europa en Rusland zijn totaalonderzoeken populair, waar je hele lichaam voor enkele duizenden euro’s wordt gescand. Daar zit ik niet op te wachten.” Opleiding Integendeel. Met het scenario van radiologie als basis voor de rest van de medische weten- schap zou medische beeldvorming net effici- ënter kunnen worden ingezet. “We zijn in ons land koploper wat betreft aantal voorgeschre- ven scans. Maar maakt ons dat gezonder? De levensverwachting in Nederland ligt net iets hoger dan in België, hoewel daar minder gescand wordt. Dat groot aantal radiologische onderzoeken duidt erop dat artsen soms niet Een röntgenonderzoek bij lage rugpijn, dat is zoals het nemen van een zwart-witfoto om de kleur van de ogen te bepalen. ‘Radiology is on the verge of a revolution’ After organising the most successful conference for radiologists in Vienna, Paul Parizel – a leader in the European field of radiology – is looking to the future. His prediction is nothing less than a revolution. The entire medical world is currently being confronted with the increasing influence of software and technology, but this is particularly the case within the discipline of medical imaging. According to the professor, who is also the head of the Antwerp University Hospital radiology department, his area of specialisation is on the verge of letting the computer take over. ‘We are moving from the artisanal – a photograph that a physician holds up to the light and interprets – to technology-driven science of objective data.’ This objective radiology can subsequently serve as a foundation for other disciplines, as blood laboratories are currently already doing. Parizel is not calling for an increase in the number of radiological tests. That would be too expensive and too unhealthy. The giant (literally) physician is primarily calling for a better knowledge of radiology amongst physicians, who – in his opinion – still often prescribe the wrong tests. This lack of knowledge can be traced to the medical training programmes, which do not devote enough attention to radiology. Parizel also assumes that the changes in medical imaging will not be limited to an increasing technological character. He predicts a time in which computers will use artificial intelligence and global databases to make better diagnoses than physicians are capable of making – particularly for rare disorders. In his own multidisciplinary teams, he observed that this is only increasing the mutual cohesion between nurses, technologists, computer scientists and physicians – ‘because no one, not even the physician, has knowledge about everything.’ E
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=