MUA24

COVERVERHAAL MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 24.2017 11 Fintro Literatuurprijs Op 14 mei won Jeroen Olyslaegers de Fintro Literatuurprijs – de voorma- lige Gouden Boekenuil. Aan de prijs is 25 000 euro en een beeldje van Nick Ervinck verbonden. Olyslaegers was een van de twee Vlaamse schrij- vers op de shortlist, naast Lize Spit met Het smelt . Olyslaegers viel twee keer in de prijzen: hij won niet alleen de prijs van de vakjury, maar Wil werd ook door de lezersjury, onder leiding van Raf Walschaerts, uitgeroepen tot beste Nederlandstalige boek van het voorbije jaar. Aan die onderscheiding is 2500 euro en een bijzondere vulpen verbonden. “Mentaal waren die nominaties een heel gedoe en eisten ze heel wat van mijn aandacht op. Maar uiteraard ben ik heel blij met deze prijs, vooral omdat de onderscheiding er mee voor zorgt dat mijn boek een langer leven heeft, en ik dus meer mensen kan bereiken.” is. Ik heb doorheen de jaren wel geleerd om niet zomaar wild om me heen te schoppen en niet op de man te spelen, al is er in een column of een Facebookpost soms bitter weinig ruimte voor nuance. Die vind ik dan weer wél in de roman. Ik schrijf romans om mijn vrijheid op te eisen, omdat het keurslijf van activist me anders veel te strak zit. Als romancier heb je de illusie dat je God bent en alles in de hand hebt. Ik heb die illusie van vrijheid en ongebondenheid wel nodig.” De zestiende eeuw Olyslaegers’ volgende boek zal zich afspe- len in het Antwerpen van de zestiende eeuw. “Daar weten we nog heel weinig over. Ik ben van plan om in aanloop naar de publicatie salons te organiseren waarop ik experts uitno- dig die aspecten van die boeiende eeuw willen toelichten. Op de site wildevrouw.blogspot.be maak ik trouwens gaandeweg openbaar wat ik al over die zestiende eeuw te weten ben gekomen, zodat mensen al stilaan vertrouwd geraken met het onderwerp.” Jeroen Olyslaegers: unruly activist-novelist Jeroen Olyslaegers is a rebel in the Flemish literary landscape. As an activist-novelist, he both injures and heals – at times subtle and pensive, at other merciless and impetuous. In his most recent novel Wil (Will), about a collaborator in Antwerp during the Second World War, he does not hesitate to shake op the relationships, such that no one remains unequivocally good, and few are absolutely bad. He constantly invokes resonance with our current turbulent times, with our rector, Herman Van Goethem, as an important sparring partner. Our rector provided him with the inspiration for his latest book, a police report filed in August 1942, which reports on a raid of Jews in Antwerp. Van Goethem initiated Olyslaegers into the research and pointed out grey areas in the story. Olyslaegers is pleased with his university training in linguistics and literature, which has equipped him to read texts critically, to think about the writing and to look more deeply at works. He won the Fintro Literature Prize 2017 for his novel Wil , both the jury and reader’s prize. In addition to being a novelist, Olyslaegers is an activist-columnist who hands out soup to homeless people and organises ‘give-away sites’, while also denouncing flagrant social and political abuses through Facebook. In 2014, Olyslaegers received the Arkprijs van het Vrije Woord (Ark Prize of Free Speech) for his social engagement. As a writer, he feels that it is his social ob- ligation to maintain a clear presence in the social debate. In the first place, however, he remains a storyteller. E Het nieuwe boek wordt dus opnieuw eentje dat zijn oorsprong vindt in de academische wereld. “Ja, ik hou er wel van om met aca- demici te sparren en daar mijn mosterd te halen. Ik heb een heel lijstje met (kunst)his- torici die ik nog zou willen spreken. Ook de musea Plantin-Moretus en Mayer Van den Bergh zijn in meer of mindere mate betrok- ken bij het nieuwe boek.” Een van de uitgangspunten wordt de klei- ne ijstijd die zich afspeelde tussen midden zestiende en einde achttiende eeuw. “Meer bepaald de jaren 1564-1567 interesseren me, waarin de ijstijd al zijn stekels laat zien in de stad. De Schelde vriest dicht, de handel stopt – want in die tijd werd er al massaal graan ingevoerd uit het Balticum – en de mensen beginnen honger te krijgen. Wat gebeurt er met een zich ongenaakbaar wanende han- delsstad als Antwerpen op dat moment? Wat is handel en wat is vrijheid? Over dat span- ningsveld vertel ik mijn verhaal. Ik ben en blijf in de eerste plaats een verteller.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=