MUA23

HET DUO MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 23.2017 23 binnensprong – “al maakt je naam of je standing niets uit”. Wordt er al eens een bedrijfs- project besproken, dan is het niet de bedoeling dat die infor- matie de garage verlaat, stelt een gedragscode aan de muur. En ontmoet je hier iemand die je ook professioneel aanwerft (iets wat Weyn al deed), dan betaal je een bak bier com- missie. Oh ja, en er zijn alleen mannen. Iedereen is welkom, maar de kloof tussen vrouwen en techniek is zeer reëel. Kijk je alleen toe, dan zou dit een reünieavond in het scoutslo- kaal kunnen zijn. Maar wie luistert, hoort een incrowd taaltje van ampères, codes en vectoren. Met gesprekken over online shops met speciale chips en ledlampjes. Want daar is iedereen het lachend over eens: “Ledlampjes, daar kan je er nooit genoeg van hebben.” Het is die laatste opmerking die de echte bedoeling van deze avonden verraadt. Want hoe hi-tech het opzet ook mag zijn, de belangrijkste motivatie is sociaal. Hier moet gelachen worden, gespeeld. “Wij zijnmet technologie bezig, en we willen dat ook sociaal kwijt”, knikt Liekens. “Ik kan geen toestel voorbijlopen of ik vraag me af hoe het werkt, en of ik er met mijn kennis iets aan kan veranderen. En dat heb ik met veel anderen gemeen. Ik weet wel, bij het woord ‘nerd’ komt er een sociaal mislukt beeld van een mens naar boven. En we heb- ben die hier hoor, degenen die de hele tijd te horen krijgen ‘dat ze wat minder op hun computer moeten bezig zijn’. Maar zij leven hier op. Omdat iedereen zich hier afvraagt of hij van een videorecorder een dvd-speler zou kunnen maken. Ik vind: nerds hebben een superkracht.” “Nerds zijn aan een rehabilitatie bezig”, bevestigt Weyn. “Het is waar, heel ons leven draait om die computer. Maar dat doet iedereens omgeving ook steeds meer. De nerd is belangrijker geworden. Hipper zelfs, dankzij Lieven Scheire. Terwijl wij onszelf gewoon zien als mensen die van alles weten, en die kennis willen toepassen.” Beton gieten Liekens en Weyn zelf beantwoorden alvast niet aan het cliché van de sociaal onhandi- ge techneut. De eerste praatvaar heeft een academisch verleden in de biologie en de informatica, en doctoreerde in Eindhoven (“niet toevallig het centrum van technologen én autisten in Europa”). Hij passeerde onder meer langs het geneticateam van Christine Van Broeckhoven, de gekende dementiespe- cialiste van UAntwerpen. Vandaag begeleidt Liekens bedrijven in hun innovatiestrategie. Een consultant? “Goh, ik hou niet van die titel. Noem me liever een mad scientist .” Weyn volgde Liekens’ koers in tegengestelde richting. Op zijn 18 al goot hij de webdesignop- drachten die hij al jaren voor klanten uitvoerde in een bedrijfje, en ging hij informatica en later industrieel ingenieur studeren. Na zijn doc- toraat en de integratie van de opleiding in de universiteit ging hij als docent bij de Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen wer- ken, al blijft de bebaarde academicus een man van de praktijk. “Ik doe weinig fundamenteel onderzoek, in tegenstelling tot veel collega’s, maar hou vooral van de samenwerking met bedrij- ven en de industrie. Mijn studenten kunnen daarover meespreken. Als ik vraag om een watersensor te ontwerpen, hoeven ze niet met een theoretische powerpointpresentatie aan te komen, of toch niet alleen. Op het examen staat een bak met water, en laat dan maar zien dat je ontwerp ook echt waterdicht is en werkt. Dus krijg je masterstudenten die in de Brico aan de slag gaan met pvc-buizen en zagen, en die ook al eens binnenspringen in de Open Garage voor hulp bij hun bouwsels. Ik heb daar zelf ook leren lassen en beton gieten. Ooit komt dat wel eens van pas.” Weyn is dan ook een onderzoeker die onlangs de codes en simulaties van een experiment online gooide, in plaats van ze te publiceren in een paper. “De ontwikkelingen in ons onder- zoeksgebied gaan zo snel”, vindt hij. “Het klassieke ritme van publiceren gaat te traag om echt impact te hebben op wat bedrijven zoeken. Door de resultaten van ons onder- zoek in een online forum te plaatsen, heb ik die impact echt gevoeld. Plots werd er in een resem fora over de hele wereld gesproken over wat we gevonden hadden, met hoogge- plaatste bedrijfstoppers die erop reageer- den. Dat effect had ik nooit gehad, als alles pas binnen enkele maanden in een weten- schappelijk tijdschrift gestaan zou hebben. Trouwens, nu krijg ik net meer aanvragen van andere onderzoekers ommee te werken aan hun papers.” Tech-analfabeten Het is een openheid die Weyn gemeen heeft met de filosofie achter de Open Garage en met de maker- en hackergemeenschap. “Wij geloven in transparantie, in een open en bre- de toegang tot informatie en broncode voor iedereen die ermee aan de slag wil gaan. Deze community is kritisch voor het establishment: kennis moet zoveel als mogelijk openbaar zijn, in plaats van afgeschermd. Dat is de vooruitgang waarvan we beiden dromen, de democratisering van technologische kennis.” Daar is nog werk aan. Het moet gezegd: hoe gezellig de gesprekken tussen de techies in de garage ook lijken, voor een leek zijn ze gewoon onmogelijk te volgen. De taal die hier als sociaal tijdverdrijf gehanteerd wordt, kan voor een breed publiek evengoed Chinees zijn. De technologiekloof bestaat, weet je na een donderdagavond in Borsbeek. Wie ze kent, leeft almaar meer in een digitale Bij ‘nerd’ hoort een sociaal mislukt beeld vaneenmens. Ik vind: nerds hebben superkracht. Anthony Liekens

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=