MUA21

HET DUO MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 21.2016 23 fia. Die zaak sprak tot ieders verbeelding. Maar er is geen weerslag van te vinden. Er is geen enkel fatsoenlijk boek raadpleegbaar over die zaak. Terwijl die het strafrecht voor een deel heeft gekenmerkt. In het buitenland is dat onbegrij- pelijk. De zaak Wilders bijvoor- beeld, rond het aanzetten tot haat tegen en discriminatie van moslims, werd live uitge- zonden. Op die manier creëer je ook meer controle.” Een volksjury in een assi- senzaak is voor de broers niet meer van deze tijd. Geen seconde twijfelen ze daar aan. En ze hebben er samen zo’n twintig op hun conto. “Het is eerder onwenselijk om voor één dossier enkele weken met een volksjury te gaan samen- hokken om dan uiteindelijk een – soms zeer gecompliceerd – juridisch probleem te gaan overlaten aan een leek. Dat is niet meer van deze tijd. Het is allemaal te complex gewor- den: forensische technieken, de kwalificaties die men aan een bepaald feit kan geven. Als je de volledige toekomst van een man of vrouw in de weegschaal legt, moeten experts daarover oordelen”, zegt Mounir. Kwakzalvers “Pas op, ik ben volledig akkoord met wat mijn broer vertelt”, komt Omar tussen. “Maar we hebben al assisenjury’s mogen meemaken die vaak alerter reageerden dan beroepsma- gistraten. Maar helaas hebben we ook het tegenovergestelde gezien: iemand voor de rest van zijn leven achter de tralies stoppen, mogelijk uit gebrek aan interesse of inzicht.” Dat probleem is justitie nu aan het oplos- sen door voortaan alleen nog een beroep te doen op professionele rechters. “Er lopen overigens ook heel wat kwakzalvers rond in het recht”, vult Mounir aan. “Psychiaters die flauwe zever komen vertellen. Die praatjes gaan bij een beroepsrechter veel minder pakken. Een jury dingen wijs maken of op de mouw spelden omdat je psychiater bent of pakweg een agent die al twintig jaar in dienst is, dat is één ding. Maar bij een beroepsrechter zal je uit een ander vaatje moeten tappen.” Of ze denken zo vaker zaken te winnen? “Het is moeilijk om in termen van winnaars en verliezers te spreken. Er is altijd een slacht- offer te betreuren”, zegt Omar. “En op papier is er iemand die soms levenslang achter de tralies moet.” Mailtjes van studenten Rasechte advocaten zijn het, die broers Souidi. Rad van tong, van een Antwerps accent geen sprake en op alles hebben ze een antwoord. Hen als ‘product’ van de universiteit hebben, is een mooie troef. Maar het woord rolmodel? Dat ligt wat moeilijk. “Ik vind mezelf nog heel jong om me als rolmodel te beschouwen”, zegt Omar. “Maar we krijgen tegenwoordig wel veel mail- tjes van studenten die zeggen dat ze ons parcours tof vinden en dat ze bij ons zullen komen solliciteren, ook al zitten ze nog maar in hun derde jaar. Dat is fijn. Dat betekent dat we opgemerkt worden. En het is ook ontroe- rend dat mensen op een of andere manier een houvast hebben aan wat wij doen”, vertelt Mounir. “Zoals studenten die mailen dat ze het niet meer zien zitten tijdens hun examens, maar toch willen doorzetten door ons. Dat kunnen we alleen maar toejuichen, toch?” Geen rolmodellen dus, maar hun tijd op UAntwerpen was onvergetelijk. Voor beide broers. Vrienden voor het leven, een netwerk kunnen uitbouwen waar ze nu nog steeds de vruchten van plukken. “En vooral: studeren aan een universiteit is niet alleen met de neus in de boeken zitten”, lachen ze alle twee. Maar onze instelling heeft hen ook op bepaalde vlakken gevormd. “Professor Adams heeft me door het vak Natuurrecht in de richting van bepaalde filosofieën gestuurd die wel aangenaam zijn om te lezen. En dat doe ik nog steeds”, vertelt Mounir. “En ik? Goh, ik heb heel veel te danken aan de universiteit. Ik ben daar mede gevormd qua persoonlijkheid. Ik heb er zelfs mijn vriendin leren kennen met wie ik nu een dochter heb. Er is mij ooit eens verteld dat de Universiteit Antwerpen het grootste relatiebureau van het land is”, lacht Omar. “Ik reageerde overigens ook triomfantelijk op het nieuws dat Herman Van Goethem de nieuwe rector wordt.” En weer knikt Mounir hevig mee. Alsof het een tweeling is, zijn ze het eigenlijk over zowat alles eens. “Van Goethem was mijn mentor in de eerste kandidatuur rechten, herinnert Omar zich. “Ik zal nooit het eerste vergeten dat hij ooit tegen mij zei: ‘Als je alle boeken op tafel gooit die je zal moeten blokken, dan word je instant depressief. Stap voor stap moet je alles bekijken, en dan is het meer haalbaar.’ Hij had gelijk. De aula zat tijdens zijn lessen ook steevast vol. Dat is eerder uitzonderlijk. Zijn examens waren weliswaar pittig. Hij strooide niet met punten, al mag ik zeker niet klagen. Maar iedereen heeft aan hem wel een goed gevoel overgehouden.” Mounir: “Streng, joviaal en rechtvaardig.” Omar: “En onmetelijk verstandig.” Het DNA spreekt Hun enige puntje van kritiek is niet gericht aan de universiteit zelf, eerder aan het ministerie van Onderwijs: het gebrek aan specialisatie binnen de advocatuur. “Dat bestaat in ons land niet. Je moet een pakket samenstellen met keuzevakken. Bij ons was dat dan altijd strafrecht, maar een zuivere specialisatie in die richting bestaat niet als dusdanig”, vertelt Omar. “Er moet meer aandacht gaan naar één spectrum van een rechtstak waarin een student zich kan bekwamen.” Iets bijstuderen hebben ze niet gedaan. Dat Er ismij ooit eens verteld dat deUniversiteit Antwerpen het grootste relatiebureau van het land is. Omar Souidi

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=