MUA20

HET DUO 22 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 20.2016 tie, maar evenzeer voor de universiteiten. In het algemeen worden er twee grote pro- blemen gedetecteerd bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs: er is ten eerste de toenemende klacht dat de kwaliteit van de instromende studenten daalt. En ten tweede is er het massale falen in het eerste jaar universiteit, wat een enorme verspilling van tijd en menselijke energie is. Wat doe je daaraan? En waar loopt het mis? Te flexibel “Voor een deel is dat te wijten aan de grote overgang van het begeleid naar het volle- atheneum werken we bijvoorbeeld ook met flexibele leertrajecten en taalmodules op maat. Anderstalige instromers hoeven niet in een lager jaar te starten enkel en alleen omwille van hun geringe kennis van het Nederlands. We bieden hen een modulair systeem aan, maar we formaliseren het in een overeenkomst en maken het bindend. Ze kunnen dus op eigen tempo hun taalachter- stand wegwerken, als ze op het einde maar het gewenste niveau behalen.” Andere kennis getest Hebben beide directeurs een verklaring dig zelfstandig werken”, denkt Heremans. “Onderschat het gevaar van die grote vrijheid niet. Alleen goede planners halen het.” “Bovendien is de erg grote studieflexibiliteit nadelig voor een aantal studenten”, vult Van Craen aan. “Door dat modulaire systeem denken studenten lang dat ze er wel zullen geraken, want ze nemen maar enkele vak- ken mee. Maar die vakken slepen ze al gauw enkele jaren mee, of ze halen ze nooit.” “Misschien moet de universiteit in haar infor- matie naar toekomstige studenten de val- kuilen van dat flexibele leertraject wat meer onderstrepen”, meent Heremans. “In ons LEERLINGEN BEGELEIDEN “Je kan met de studiekeuzebegeleiding niet vroeg genoeg beginnen”, meent Jan Van Craen.