Making Mutsaard

19 18 Een tekst van SOFIE DE CAIGNY Wat we delen Dit is wat we delen. Onder die gezamenlijke noemer zocht Bart Moeyaert voor de Frankfurter Buchmesse 2016 wat Vlaanderen en Nederland met elkaar ver- bindt, wat ze gemeenschappelijk hebben. In een tijd waarin eerder gefocust wordt op verschil, onder- scheid en specialisatie is het een statement om de nadruk te leggen op gemeenschappelijkheid en verbinding. De toekomst zal steeds meer om ver- binding gaan. De fluïde samenleving met een super- diverse bevolking is een feit. De nieuwe uitdagingen waar we als maatschappij voorstaan zullen meer innovatieve en synthetische benaderingen vragen. Alles is met alles verbonden. In dat grotere kader is ‘Dit is wat we delen’ een boeiend introspectief onderzoek waard voor de opleidingen aan de Faculteit Ontwerpwetenschap- pen van de Universiteit Antwerpen en de Konink- lijke Academie voor Schone Kunsten van de Artesis Plantijn Hogeschool. De twee zijn fysiek nauw met elkaar verweven. Ze delen de campus Mutsaard en zijn ruimtelijk verstrengeld. De toegangspoort van Bourla geldt voor allebei als een uithangbord in de stad, studenten kruisen elkaar in de gangen, halen koffie aan dezelfde automaten en hangen samen rond in de tuin. Maar er is meer. De architectuurop- leiding van de faculteit Ontwerpwetenschappen is sinds 1977 de enige opleiding archi- tectuur in Vlaanderen waarvan de wortels teruggaan tot het academie- onderwijs. De Antwerpse Academie werd in 1663 opgericht en vanaf het midden van de achttiende eeuw wer- den er lessen bouwkunde ingericht. Tijdens de negentiende en de twintigste eeuw verwijderde het onderwijs in de bouwkunst van het kunstonderwijs door een toename van de regels voor het kunst- en architectuuronderwijs van de centrale overheid. Onderhevig aan de groeiende specialisatie van de verschillende opleidingen en een sterkere norme- ring vanuit de financierende overheid, werd het architectuuronderwijs vanaf 1936 afgesplitst van de andere opleidingen aan de academie. Tijdens de twintigste eeuw namen de verschillen in de regelge- ving toe. Toch bleef bijvoorbeeld de bibliotheek als een gedeelde plek bestaan die het gemeenschappe- lijke geheugen van de opleidingen borgde, en ook kruisbestuiving tussen de verschillende opleidingen stimuleerde. Ondertussen is ook de bibliotheekcol- lectie opgedeeld in twee autonome delen en fysiek van elkaar gescheiden. Ondanks de voortschrijdende opsplitsing van de opleidingen aan de Faculteit Ontwerpwetenschap- pen van de Universiteit Antwerpen en de Konink- lijke Academie voor Schone Kunsten van de Artesis Plantijn Hogeschool, is wat wordt gedeeld niet hele- maal verdwenen. Met name op het vlak van imma- teriële waarden en praktijken blijken er veel gemene delers te zijn. Zowel in het kunst- als in het ontwer- ponderwijs is met verschillende onderwijsmodellen geëxperimenteerd, van meester-leerling over het samenwerking in kleinere studio’s tot lessen in grote

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=