Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 75 leerlingen met een hoge leesactiviteit in de vrije tijd goed scoren voor begrijpend lezen. Mol en Bus stellen dit verband ook vast voor leerlingen met zwakkere leesvaardigheden. Abrami et al. (2019) onderzochten het effect van een specifiek computerprogramma ABRACADABRA op de leesuitkomsten van lagere schoolleerlingen. ABRACADABRA (A Balanced Reading Approach for Children Designed to Achieve the Best Results for All) is een computerprogramma dat een variëteit aan componenten van lezen bevat, waaronder alfabetische kennis, vlot lezen en leesbegrip. Deze activiteiten worden aangeboden vanuit een context van interactieve verhalen van verschillende genres. Daarbij komt ook een spelelement om de leerlingen gemotiveerd te houden om de taken te voltooien. Het effect van het programma wordt onderzocht op een waaier van (voorbereidende) leesvaardigheden waaronder een maat voor leesbegrip, met name een gestandaardiseerde toets die het begrip van zinnen en passages in kaart brengt. De onderzoekers rapporteren een heel klein effect van het onderzochte computerprogramma op het begrijpend lezen van de leerlingen. Kim en Quinn (2013) onderzochten het effect van zomerleesinterventies (in de VS en Canada) op o.a. het begrijpend lezen van kleuters en leerlingen van het basisonderwijs. De interventies vonden ofwel plaats via (1) klassikale leerkrachtgestuurde lessen op school, in de bibliotheek of een openbare organisatie ofwel (2) thuis via leesactiviteiten die door kinderen zelf geïnitieerd worden. De leerkrachtgestuurde lessen bevatten onderzoeksgebaseerde componenten: fonologisch bewustzijn, decodeervaardigheid, hardop lezen, leeswoordenschat en leesbegrip. De auteurs stellen vast dat deze zomerleesinterventies, zowel voor de klassikale leerkrachtgestuurde interventies en de thuisinterventies, een klein effect hebben op algemeen leesbegrip van leerlingen (combinatie van woordenschat, leesbegrip en andere leesvaardigheden) terwijl er geen effect op leeswoordenschat (achterhalen van woorddefinities in teksten) kan vastgesteld worden. Hoewel er ook een zeer klein effect op gericht leesbegrip (beantwoorden meerkeuzevragen na het lezen van tekst) wordt gevonden wanneer de leerkrachtgestuurde en de thuisinterventies samen worden genomen, blijkt dit effect niet significant wanneer enkel de thuisinterventies in acht genomen worden. Uit de moderatorenanalyse blijkt de aanwezigheid van een onderzoeksgebaseerde component (fonologisch bewustzijn, decodeervaardigheid, hardop lezen, leeswoordenschat, leesbegrip) de gevonden effecten te versterken. Bovendien hebben de interventies des te meer effect bij kinderen uit gezinnen met een laag inkomen, maar verdwijnt het effect voor algemeen en gericht leesbegrip bij een mix van inkomensgroepen. Andere moderatoren zoals groepsgrootte, omvang en intensiteit van de interventie, voorafgaande training enz. hebben geen impact op de resultaten. Swanson et al. (2020) onderzochten de impact van interventies met digitale boeken op het leesbegrip bij kleuters tot en met leerlingen in het zesde secundair. Zowel de leerlingenpopulatie (met verschillende socio-economische achtergronden), de controleconditie (ontvangen interventie als alternatief voor de digitale boeken) als het type interventie zijn zeer divers: interventies konden alleen of in groep plaatsvinden, werden al dan niet ingeleid door de leerkracht of begeleid door een onderzoeker die de software demonstreerde alvorens de leerlingen aan de slag gingen, al dan niet met interactieve elementen enz. Hoewel de auteurs een klein effect vaststellen op leesbegrip, blijkt dit niet significant. Bij de specifieke vergelijking tussen het gebruik van digitale boeken en geprinte boeken stellen de auteurs verder geen verschil in effectgrootte op begrijpend lezen. De resultaten moeten wel met de nodige voorzichtigheid bekeken worden gezien de bezorgdheid van de auteurs aangaande de kwaliteit van een aantal ingesloten primaire studies (bv. interne validiteit, gebrek aan statistische power, en beperkte informatie over de belangrijkste kenmerken van de steekproeven en methoden).

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=