Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 73 Hebert et al. (2012) onderzochten of bepaalde schrijfactiviteiten effectiever zijn dan andere om het leesbegrip te versterken bij leerlingen van het vijfde leerjaar tot en met het zesde secundair (daarmee voortbouwend op Graham en Hebert, 2011). Ze onderzochten leerlingen zowel uit de doorsneepopulatie, bovengemiddeld sterke leerlingen als risicolezers en vergeleken telkens twee soorten schrijfactiviteiten met elkaar: bv. een samenvatting schrijven vs. vragen beantwoorden/formuleren bij een tekst, of vragen beantwoorden/formuleren vs. notities nemen. Verder bekeken de auteurs ook of de effectiviteit van een bepaalde schrijfactiviteit afhangt van het type leestaak waarmee het effect gemeten wordt. Met andere woorden: of het uitmaakt hoe begrijpend lezen gemeten wordt, om het effect van de schrijftaak op leesbegrip. De auteurs stelden vast dat geen enkele schrijfactiviteit effectiever is dan een andere. Alle schrijfactiviteiten bevorderen het leesbegrip van leerlingen dus op een even sterke manier. Daarnaast bleek dat de effectiviteit van een bepaalde schrijfactiviteit in twee van de vier onderzochte gevallen afhangt van hoe sterk de gebruikte leestoets geënt is op de interventie. Met andere woorden, hoe sterk de schrijfactiviteit en de toets om de uitkomst begrijpend lezen te meten, aan elkaar verwant zijn: indien bijvoorbeeld leesbegrip in kaart gebracht wordt op basis van een verdiepende schrijftaak, blijkt het effectiever voor het leesbegrip om leerlingen verdiepende schrijfactiviteiten te laten verrichten, en minder effectief om hen vragen te laten beantwoorden of stellen. Hebert en collega’s raden leerkrachten dan ook aan om verschillende soorten schrijftaken met elkaar af te wisselen om het leesbegrip van leerlingen te versterken. Tussentijdse conclusie Samenvattend herhalen we de belangrijkste conclusies die de gerapporteerde studies opleverden omtrent de mate waarin de inzet van instructie, strategieën en (schrijf)opdrachten voorspellend is voor het begrijpend lezen van leerlingen. Leesinstructie. Swanson et al. (2017) stellen, zoals enigszins te verwachten valt, dat instructie in leesbegrip een effect heeft op het leesbegrip van leerlingen. Ze geven echter geen gedetailleerde informatie over de inhoud of aanpak van de gereviewde interventies. Hoewel het maken van inferenties als moeilijk aan te leren wordt beschouwd, laten de meeste onderzoeken ook voor deze instructie positieve resultaten (medium effect op leesbegrip) zien, en na relatief korte instructieduurtijden (d.w.z. minder dan 10 uur) (Elleman, 2017). De inzet van digitale tools (intelligente begeleidingssystemen, digitale scaffolding) kan niet per definitie tot meer leesbegrip leiden. Xu en collega’s (2019) stellen weliswaar vast dat instructie in begrijpend lezen aan de hand van intelligente computergebaseerde begeleidingssystemen het leesbegrip van kleuters en leerlingen in het lager en secundair onderwijs bevorderen, maar dit effect is zwakker dan wanneer de leerkracht dezelfde begeleiding in een gedifferentieerde aanpak verzorgt. Worden dergelijke systemen ingezet als extra ondersteuning naast instructie door de leerkracht, kunnen ze wel beloftevol zijn net omdat het effect ervan groter is dan van klassikale programma’s zonder begeleiding. Ter Beek et al. (2018) konden op basis van hun studie geen conclusies trekken over de effectiviteit van digitale scaffolding voor het begrijpend lezen van leerlingen. Een laatste studie, met name Rigney et al. (2020), toont aan dat het leesbegrip van leerlingen potentieel ook kan verbeterd worden op basis van een computergestuurd programma. Meer onderzoek is echter nodig, aangezien deze conclusie geformuleerd is op basis van slechts één primaire studie met een zeer kleine sample. Leesstrategieën. Een klassikale aanpak werkt wel voor de instructie van strategieën voor leesbegrip. Leerlingen bewust maken van leesstrategieën – voor het lezen (bv. voorspellen, leesdoelen stellen), tijdens het lezen (bv. vragen stellen, informatie afleiden) en na het lezen (bv. samenvatten, memoriseren) – heeft een effect op hun begrijpend lezen maar met name interventies die focussen op het stellen van een leesdoel bereiken zijn werkzaam (Okkinga et al., 2018). Van zowel Hebert et al. (2016) als Bogaerds-Hazenberg et al. (2020) kunnen we leren dat instructie over tekststructuren
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=