Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 37 Engelstalige instructie ook een gunstig effect heeft op de Engelstalige voorbereidende leesvaardigheid van kinderen, en dan voornamelijk op de codegerelateerde vaardigheden. Fitton et al. (2018) onderzochten de impact van voorleesinterventies op de taalvaardigheid van leerlingen jonger dan 12 jaar, die Engels als onderwijstaal leren. Ze namen daarbij zowel de voorbereidende mondelinge taalvaardigheid mee als de schriftelijke taalvaardigheid of in enkele gevallen de leesattitude. De meeste interventies gebeurden in de onderwijstaal (Engels), maar er waren ook interventies in een combinatie van talen of in de thuistaal. Vaak ging het om leerlingen met een lage socio-economische status, maar niet altijd, en meestal was de thuistaal Spaans. De instructeur was vaak iemand van school of een onderzoeker, maar het kon ook gaan om familie of er werden digitale boeken ingezet. In een interventie gebeurde vaak meer dan alleen voorlezen (bv. verwerkingsactiviteiten bij een verhaal). Fitton en collega’s vinden een klein effect van voorlezen op de uitkomsten in Engels als onderwijstaal. Dit effect blijkt even groot te zijn voor de schriftelijke taalvaardigheid als voor de mondelinge taalvaardigheid. Met andere woorden: wanneer er voorgelezen wordt voor leerlingen die een andere thuistaal hebben en Engels als onderwijstaal leren, heeft dit een positief effect op de voorbereidende mondelinge vaardigheden van deze leerlingen. Het effect is wat minder groot bij kinderen met een ontwikkelingsstoornis. Andere factoren blijken niet van belang (zoals SES, leeftijd, welke thuistalen, eentalig/tweetalig voorlezen, instructeur). Hall et al. (2016) gingen na wat de impact is van leesinterventies op de voorbereidende mondelinge vaardigheden van oudere leerlingen met een andere thuistaal die Engels leren als onderwijstaal (9-14 jaar). Deze leesinterventies hebben heel wat gemeenschappelijke kenmerken. De instructie gebeurt altijd in de reguliere klas. Er is veel aandacht voor het actief engageren van leerlingen en frequente spreekkansen in verschillende contexten (partnerdiscussies, kleine groep discussies, schrijfoefeningen, tekenactiviteiten, spelletjes). In alle studies besteden leerkrachten veel aandacht aan de motivatie van de leerlingen door motiverende materialen en contexten aan te bieden, de leerlingen de kans te geven om zelf keuzes te maken of samen te werken met leeftijdsgenoten in duo’s of in kleine groepen. De meeste studies ondersteunen de leerlingen ook via de thuistaal. Woordenschatinstructie gebeurt in alle opgenomen studies heel erg intensief. Soms is dat in combinatie met leesbegrip, soms is er echt een focus op woordenschat. Hall en collega’s stellen vast dat de interventies een kleine impact hebben op de woordenschat van deze leerlingen, ten minste voor wat betreft de doelwoorden uit de interventie. Er zijn te weinig interventies die de transfer meten naar de algemene woordenschat. Voor het effect op woordenschat maakt het niet uit of de interventie specifiek focust op woordenschat of een combinatie maakt met leesbegrip. Verder maakt het ook niet uit of de interventie gebeurt tijdens taallessen of tijdens andere lessen. Het effect blijkt wel afhankelijk van de studiekwaliteit (hoe hoger de kwaliteit, hoe lager de effectgrootte), maar is niet afhankelijk van andere factoren. Richards-Tutor et al. (2016) onderzochten de impact van leesinterventies op de voorbereidende schriftelijke leesvaardigheid van leerlingen met een andere thuistaal die Engels als onderwijstaal leren, van kleuteronderwijs tot en met secundair onderwijs. De meeste interventies gebruikten systematische, expliciete instructie (met modelleren, stapsgewijs opbouwen) en corrigerende feedback. Leraren modelleerden en demonstreerden of ze zorgden voor begeleide inoefening , en studenten kregen veel kansen om de activiteiten zelf te oefenen en eerder geleerde inhoud te herhalen. In de interventies werd ook vaak gebruik gemaakt van materiaal. De onderzoekers stellen vast dat er gemiddeld genomen een groot effect is van de interventies op het fonemisch bewustzijn van leerlingen met een andere thuistaal die Engels als onderwijstaal leren,
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=