Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 118 Opvallend is dat de enige moderator die geregeld consistent een effect laat zien over leescomponenten heen, het type uitkomstmaat is waarbij het veel lastiger blijkt om significante effecten te verkrijgen met gestandaardiseerde toetsen dan met toetsen die de onderzoekers zelf hebben opgesteld (aansluitend bij de interventie) en dit effect is des te opvallender als het gaat om leesbegrip. De relatie tussen leesmotivatie en leesvaardigheid, een complex verhaal Vervolgens staan we stil bij de invloed van de component leesmotivatie. Naast instructie op het vlak van leescomponenten zien we dat succesvolle interventies ook motivationele aspecten kunnen bevatten. Gaat het om voorbereidende leesvaardigheden dan blijkt er evenwel geen effect van dergelijke interventies op fonologisch bewustzijn. Interventies die motivationele componenten integreren, samen met een brede waaier van deelvaardigheden van lezen, blijken wel effectief voor vlot lezen, leesbegrip, algemene leesvaardigheid en het versterken van leesmotivatie, vooral als het gaat om attributietraining. Hierbij moeten we echter de kanttekening plaatsen dat we leesmotivatie niet kunnen beschouwen als een algemene voorspeller voor leesvaardigheid. De leesvaardigheid van leerlingen blijkt namelijk een sterkere voorspeller van leesmotivatie dan omgekeerd. Vooral lezen op jonge leeftijd voorspelt latere motivatie. Bovendien kunnen we het effect van de motivationele component in de meeste interventies niet isoleren omdat ze ook steeds andere instructiecomponenten bevatten. Meer onderzoek is dus nodig om inzicht te krijgen in de precieze relatie tussen motivatie en leesvaardigheid Ook niet-leescomponenten kunnen leesvaardigheid positief beïnvloeden Gaat het over andere schriftelijke vaardigheden dan lezen, moet het expliciet geven van instructie over spelling en zinsconstructies worden aangestipt als een belangrijke component die niet enkel vlot lezen, maar ook vloeiend lezen en leesbegrip van een brede populatie leerlingen kan versterken. Daarnaast leren we ook dat een waaier aan flankerende schrijfactiviteiten, die dus aanleunen bij een gelezen tekst, bijdragen aan leesbegrip, ook voor leerlingen met leesmoeilijkheden. Naast leesgerelateerde variabelen zien we ook dat didactische componenten interventies kunnen versterken. In succesvolle interventies is er naast effectieve leescomponenten veel aandacht voor expliciete directe instructie, met veel voorbeeldgedrag en modelleren, scaffolding, procesfeedback. Expliciete instructie is niet alleen effectief bijvoorbeeld bij het aanbrengen van een phonics-aanpak maar ook bij instructie in leesstrategieën voor leesbegrip. Met name ook voor specifieke doelgroepen zoals leerlingen met een verstandelijke beperking, ontwikkelings- en gedragsstoornissen is directe instructie, expliciete oefening des te belangrijker. Binnen de reguliere klaswerking draagt coöperatief of samenwerkend leren in leesinterventies bij aan de leesvaardigheid van leerlingen, al is de impact klein en is de grootte van de impact afhankelijk van de bestudeerde variabele. Een kanttekening die we hierbij plaatsen is dat dergelijke didactische componenten nooit geïsoleerd werden bestudeerd maar onderdeel vormen van leesinterventies. Voor de invloed van technologie zien we wisselende resultaten. Computergestuurde tools of programma’s met hierboven beschreven werkzame leescomponenten kunnen een meerwaarde bieden. Wordt multimedia en technologie enkel toegevoegd zonder inhoudelijke component, bijvoorbeeld als een medium om verhalen te presenteren dan kan er geen meerwaarde worden aangetoond in vergelijking met een conditie zonder multimedia. Maar, de inzet van educatieve technologie blijkt wel werkzaam als ze geïntegreerd wordt met de overkoepelende aanpak in de school of als ze focust op werkzame leescomponenten. Een voorbeeld hiervan is de inzet van low- en hightools die tekst naar spraak omzetten wanneer leerlingen met leesmoeilijkheden teksten begrijpend lezen. Sommige computergestuurde tools of programma’s laten enkel een effect zien
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=