43 FICHE 15 • Bied een cyclische benadering van het curriculum aan, waarbij dezelfde thema’s steeds terugkeren, maar telkens diepgaander besproken worden. Ook dat zorgt ervoor dat kennis beter blijft hangen.De Amerikaanse campagne Knowledge Matters formuleert de volgende tips: • Laat taal en kennis opbouwen hand in hand gaan: » Start al vanaf de kleuterleeftijd met kennisrijke inhouden. » Vergroot de woordenschat. Dat gebeurt via expliciete instructie, maar daarnaast ook door veel kansen te bieden om nieuwe woorden tegen te komen. Die kansen bied je via teksten, maar ook via gesprekken waarbij je leerlingen hun kennis en de context laat gebruiken om de betekenis van die nieuwe woorden af te leiden. Zet in op taaldenkgesprekken. (Lees ook fiche 4 ‘Hoe maak je sterke leermomenten van voorleesmomenten?’). • Creëer kansen om via teksten kennis op te bouwen: » Zet in op interactief voorlezen en geef zo toegang tot teksten die je leerlingen wellicht nog niet zelf kunnen lezen. Op die manier verrijk je hun taalaanbod. De kracht van interactief voorlezen stopt niet aan het einde van de basisschool. Interactief voorlezen kan tot ver in de adolescentie (en ook nog daarna) tot kennisopbouw leiden. (Lees ook fiche 2 ‘Waarom zou je voorlezen aan je leerlingen?’). Combineer al vroeg technisch lezen, tekstbegrip en kennisopbouw. » Maak gebruik van voorbeelden, expliciete instructie en modelleren om de meest effectieve strategieën rond begrijpend lezen aan te brengen. (Lees ook fiche 14 ‘Wat is de plaats van leesstrategieën binnen begrijpend leesonderwijs?’). • Schep voorwaarden die het opbouwen van kennis kunnen bevorderen: » Prikkel je leerlingen door lezen te koppelen aan kennis opbouwen, toepassen en delen met anderen (bijvoorbeeld: door een presentatie te geven, een tekst of brief te schrijven, een interview te houden …). (Lees ook fiche 10 ‘Kan schrijven je leerlingen helpen om betere lezers te worden?’). » Maak gebruik van authentieke, uitdagende, rijke teksten. Voorzie een breed scala aan teksten en tekstsoorten. Dat betekent zowel fictie- als non-fictieteksten (en dan niet alleen krantenartikelen, maar ook teksten uit de sociale en natuurwetenschappen). Gebruik teksten die bij de leefwereld van de leerlingen aansluiten, maar zet ook in op teksten die leerlingen net introduceren in nieuwe kennis of andere achtergronden. Welke praktijkvoorbeelden horen bij dit antwoord? • Vertrekken vanuit relevante thema’s met verschillende invalshoeken | Fiche Taaltrajecten | UAntwerpen Wil je meer weten over dit onderwerp, neem dan hier een kijkje: • Hoe krijg je kinderen aan het lezen? | Tjipcast 121 met Martin Bootsma • Hoe werk je vakoverstijgend aan leesbegrip en kennisopbouw? | Lezen in het primair onderwijs • Kennis van de wereld is zijn opstapje | Didactief • Looking to Research for Literacy Success |Knowledge Matters Campaign Wil je meer weten over het onderliggende onderzoek, kijk dan zeker naar deze studies: • Hall, C., Roberts, G. J., Cho, E., McCulley, L. V., Carroll, M., & Vaughn, S. (2016). Reading instruction for English learners in the middle grades: A meta-analysis. Educational Psychology Review, 29(4), 763-794. • Kong, N. Y., & Hurless, N. (2021). Vocabulary Interventions for Young Emergent Bilingual Children: A Systematic Review of Experimental and Quasi-Experimental Studies. Topics in Early Childhood Special Education, 02711214211027625. • Silverman, R. D., Johnson, E., Keane, K., & Khanna, S. (2020). Beyond decoding: A meta-analysis of the effects of language comprehension interventions on K–5 students’ language and literacy outcomes. Reading Research Quarterly, 55, S207-S233.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=