42 Welke praktijktips horen bij dit antwoord? • Lees over een langere periode meerdere teksten over hetzelfde brede thema. Als teksten in verschillende domeinen of vakken gedurende een aantal weken over hetzelfde onderwerp gaan, breiden de kennisschema’s van alle leerlingen uit. Nieuwe kennis komt op die manier meermaals terug waardoor die zich stevig in het langetermijngeheugen nestelt. Kies bijvoorbeeld teksten die aansluiten bij een bezoek aan een museum, het leergebied ’mens en maatschappij’, de actualiteit … Dankzij die uitgebreide achtergrondkennis voelen ook minder sterke lezers zich voldoende competent om met complexe teksten aan de slag te gaan. Fiche 15 Wat is het belang van achtergrondkennis om goed te kunnen lezen? Onderwijsniveau: kleuter lager secundair Componenten van leesvaardigheid: Voorbereidende leesvaardigheden: geletterdheid mondelinge taalvaardigheid Technisch lezen : vlot lezen vloeiend lezen Begrijpend lezen Algemene leesvaardigheid Leesmotivatie FICHE 15 Wat vertelt onderzoek? Over fundamentele elementen van leesvaardigheid beschikken (zoals fonemisch bewustzijn, kennis van klank-tekenkoppelingen, en decodeer- en spellingvaardigheden) is noodzakelijk, maar niet voldoende voor leerlingen om vaardige lezers te worden. Sterke lezers kunnen niet enkel woorden decoderen, maar begrijpen ook wat ze lezen in een tekst. Alleen ‘de gebruikte woordenschat begrijpen’ is daarvoor niet voldoende. Als lezer moet je heel wat informatie tussen de regels door kunnen lezen. De schrijver rekent op die achtergrondkennis van de lezer om die impliciete informatie in te vullen. Om tot een diep tekstbegrip te komen moeten leerlingen dus niet alleen over de nodige woordenschat beschikken, maar moeten ze ook systematisch kennis opbouwen: zowel algemene kennis over de wereld, de natuur en de maatschappij als (vak)specifieke kennis of domeinkennis. (Achtergrond)kennis en leesbegrip zijn onlosmakelijk verbonden. Ze versterken elkaar en bouwen op elkaar voort: hoe beter je een tekst begrijpt, hoe meer je ervan leert; en hoe meer kennis je hebt, hoe beter je teksten kan begrijpen. Met andere woorden, effectieve lezers kunnen gemakkelijker kennis opbouwen, en goed geïnformeerde lezers zijn vaak effectievere lezers. Alleen: doordat achtergrondkennis persoonsgebonden en dus uniek is, verschillen ook de kennisschema’s in kwantiteit en kwaliteit van lezer tot lezer. Die onderwijsongelijkheid kan je mee aanpakken door achtergrondkennis bij alle leerlingen op te bouwen. Het belang van inzetten op kennis van de wereld kan, met name voor de meest kwetsbare kinderen, niet worden overschat. Daarnaast is, zeker voor taalleerders van het Nederlands, het opbouwen van taal en kennis in het Nederlands cruciaal om het eigen technisch lezen te toetsen en eventueel bij te sturen en tegelijkertijd hun taalontwikkeling te onders
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=