Les In Lezen

15 FICHE 1 Welke praktijktips horen bij dit antwoord? • Bied expliciet en doordacht materialen en kansen aan om het fonemisch bewustzijn en de koppeling tussen klanken en letters op een speelse manier te stimuleren. • Geef instructie in letterkennis en fonemisch bewustzijn op een directe, expliciete manier: » stap voor stap, » via modelling (via voorbeeldgedrag tonen hoe jij het aanpakt), » via scaffolding (door te ondersteunen waar nodig), » via vele oefenkansen om letters in al hun facetten te leren kennen en te gebruiken, » en voorzie bij die oefeningen veel (proces)feedback die kinderen bijstuurt als dat nodig is. • De oefenkansen rond actieve letterkennis en fonemisch bewustzijn: » start je in een betekenisvolle context, » laat je plaatsvinden in een rijke, geletterde klasomgeving met veel letters en geschreven teksten, » laten kinderen ook experimenteren met ‘schrijven’ (Lees ook fiche 10 ‘Kan schrijven je leerlingen helpen om betere lezers te worden?’), » prikkelen het klankbewustzijn van jonge kinderen, » combineer je met een aanbod van letters, » laten kinderen klanken bewust uitspreken, » schenken ook aandacht aan de vorm van de letter en tweetekenklanken. • Start vroeg met dit aanbod, zeker vanaf de tweede kleuterklas. Wil je meer weten over dit onderwerp, neem dan hier een kijkje: • Fonemisch bewustzijn: fundament voor het leren lezen | Onderwijskennis • Valpreventie voor risicolezers: het risico op leesproblemen zien en opvangen | Thomas More Wil je meer weten over het onderliggende onderzoek, kijk dan zeker naar deze studies: • Goodwin, A. P., & Ahn, S. (2013). A meta-analysis of morphological interventions in English: Effects on literacy outcomes for school-age children. Scientific Studies of reading, 17(4), 257-285. • Piasta, S. B., & Wagner, R. K. (2010). Developing early literacy skills: A meta-analysis of alphabet learning and instruction. Reading research quarterly, 45(1), 8-38. • Silverman, R. D., Johnson, E., Keane, K., & Khanna, S. (2020). Beyond decoding: A meta-analysis of the effects of language comprehension interventions on K–5 students’ language and literacy outcomes. Reading Research Quarterly, 55, S207-S233. Taaltrajecten ters moeten eerst stapsgewijs inzicht krijgen in de relatie tussen grafemen en fonemen, en pas daarna kan je hun leren om bijvoorbeeld specifieke woorden te spellen, spelenderwijs strategieën te gebruiken om niet gekende woorden te spellen of woorden systematisch te bestuderen. Zo krijgen kinderen ‘vat’ op het spellingsysteem van een taal. Die aanpak heeft ook een positief effect op het fonemisch bewustzijn van kleuters. (Lees ook fiche 3 ‘Waarom zijn programma’s die werken volgens het alfabetische principe (phonics programs) een goede basis voor vlot lezen?’).

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=