11 Effectief leesonderwijs combineert meerdere componenten van leesvaardigheid. Je leesdidactiek wordt effectiever als je niet geïsoleerd werkt aan één leescomponent, maar verschillende leescomponenten combineert. Verwerk je in een les begrijpend lezen bijvoorbeeld instructie over de vorming (‘morfologie’) van woorden of instructie over tekststructuren, met name bij informatieve teksten? Dan komt dat de leesvaardigheid ten goede. Effectief leesonderwijs combineert leesmotivatie steeds met andere componenten van effectief leesonderwijs. Als leerkracht zie je je leerlingen graag uitgroeien tot vaardige en gemotiveerde lezers. Nu laat onderzoek zien dat goed kunnen lezen een betere voorspeller is van leesmotivatie dan omgekeerd. Met andere woorden: kinderen die goed kunnen lezen, hebben een grotere kans om later ook graag te lezen; kinderen die gemotiveerd zijn om te lezen, worden later niet per se heel vaardige lezers. De leesmotivatie versterken leidt dus niet zonder meer tot een verbeterde leesvaardigheid. Vermoedelijk zijn beide nodig: de leesmotivatie versterken én effectieve leesinstructie bieden. Effectief leesonderwijs schenkt ook aandacht aan aspecten van effectief leren. Leesvaardigheid is geen eiland binnen geletterdheid. Het heeft een sterke relatie met die andere schriftelijke vaardigheid, namelijk schrijven. Expliciete instructie over spelling en zinsconstructies (waarmee géén grammaticaonderwijs wordt bedoeld) beïnvloedt je leerlingen positief op gebied van vlot lezen, vloeiend lezen en leesbegrip. Ook ‘flankerende schrijfactiviteiten’, schrijfactiviteiten die aanleunen bij een gelezen tekst, dragen bij aan leesbegrip, zelfs aan dat van leerlingen met leesmoeilijkheden. Die flankerende schrijfopdrachten kunnen heel divers zijn: vragen beantwoorden over een gelezen tekst of er vragen bij formuleren, notities nemen terwijl je een tekst leest of daarna, een samenvatting schrijven, een kort antwoord op een tekst schrijven enz. Daarnaast zijn er nog een aantal didactische ingrepen die op effectief leren inzetten en die een positief effect kunnen hebben op leesvaardigheid: • expliciete directe instructie Bij ‘expliciete directe instructie’ geef je als leerkracht stap voor stap instructies om je leerlingen effectief en efficiënt nieuwe kennis en vaardigheden aan te leren. Concreet: je modelleert (modelling) en stelt veel voorbeeldgedrag, je ondersteunt waar nodig (scaffolding) en je geeft procesfeedback: » Via voorbeeldgedrag en modelling geef je inzage in je aanpak als ‘expert’. Je verwoordt je denkproces hardop en laat zo horen wat je doet om een tekst te begrijpen: je leest bijvoorbeeld een stukje terug als je ‘struikelt’ over een woord of toont hoe je de betekenis ervan opzoekt, je vat een gelezen alinea in je eigen woorden samen enz. » Bij scaffolding ondersteun je leerlingen als dat nodig is (bijvoorbeeld: door tussenvragen te stellen of extra instructie te geven), maar bouw je die hulp ook weer af zodra een leerling zelfstandig verder kan. » Je geeft je leerlingen veel oefenkansen en voorziet daarbij veel (proces)feedback die bijstuurt als dat nodig is. • coöperatief of samenwerkend leren Bij ‘coöperatief of samenwerkend leren’ werken je leerlingen in kleine, heterogeen samengestelde groepen aan doelgerichte activiteiten. Daarbij gaan ze verbaal en sociaal met elkaar in interactie. Bij coöperatief leren wordt de manier van samenwerken meer gestructureerd en gestuurd dan bij samenwerkend leren (bijvoorbeeld: welke rol of participatievorm van leerlingen gevraagd wordt). • doordacht gebruik van technologie Computergestuurde tools of programma’s met aandacht voor de fundamentele leescomponenten kunnen een meerwaarde bieden, als er maar een inhoudelijke component wordt toegevoegd aan de multimedia en technologie. Interactieve elementen die de aandacht van je leerlingen kunnen afleiden, werken dan weer contraproductief. • professionalisering van leerkrachten rond leesonderwijs Wanneer leerkrachten professionaliseringsactiviteiten volgen, zien we bij hun leerlingen een positieve impact op verscheidene componenten van leesvaardigheid.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=