Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 50 scholen (N = 24) toezegde. Het aantal secundaire partners werd vergroot naar 9 (d.i. 3 partners per graad uit het lager onderwijs): - 1ste graad: Figurentheater De Maan, Vrijbroekpark, Tivolipark - 2de graad: Circusatelier Circolito, Speelgoedmuseum, Sportimonium - 3de graad: Hof Van Busleyden, Dossinkazerne, Mechels Broek Omwille van covid-19 en de daaraan verbonden maatregelen konden er minder fysieke schoolbezoeken plaatsvinden dan gepland. Dit werd deels door telefonische contacten en contacten via e-mail opgevangen. Een tweede gevolg was dat er meer tijd dan voorzien gestoken is in werk aan de collectie van Het Predikheren (uitwieden collectie + aankopen nieuwe boeken). Vanaf de maand november tot en met het einde van het eerste projectjaar mochten er geen bibliotheekbezoeken door de scholen worden uitgevoerd. Deze bezoeken konden wel hernomen worden in het tweede projectjaar. Ook de bezoeken aan de secundaire partners mochten omwille van de geldende coronaregels niet plaatsvinden. Het projectteam heeft samen met de secundaire partners bekeken of er een alternatief aanbod mogelijk was, maar voor deze alternatieven bleek weinig animo bij de scholen. Hierdoor verdween de link tussen boekenkoffers en activiteiten bij de secundaire partners en werd de themazetting voor de boekenkoffers eerder vraaggestuurd ingevuld, waarbij de bibliotheek op vraag van scholen boekenkoffers samenstelde rond een thema waarrond de school aan de slag was. In het tweede projectjaar hadden de scholen wel de kans om naar de bibliotheek te gaan wat resulteerde in 124 schoolbezoeken. In totaal vonden 53 schoolbezoeken bij secundaire partners plaats. Daarnaast vroegen de school 46 boekenkoffers aan die niet aansloten bij het aanbod van de partners, maar die kaderden in andere thema’s op school. G. Ervaren effecten De projectmedewerkers geven aan dat zij zelf de meeste effecten van het project zien bij de projectpartners. Daarbij lijken effecten zich vooral te situeren op vlak van verdere kennisvergroting en sterkere samenwerking tussen de partners en tussen partners en scholen. De projectmedewerkers hebben geen objectief en systematisch zicht op eventuele uitkomsten van het project bij leraren en leerlingen. Wel maken ze melding van anekdotische positieve reacties van leraren die ze ontmoetten tijdens één van de projectactiviteiten. De zorgcoördinator van de bezochte school geeft aan dat de inhoudelijke input vanuit het project (aangeleverde boek + vormingssessie) voor bruikbare kennisvergroting op school heeft gezorgd. Deze extra kennis en de concrete tips en ondersteuning van de projectmedewerkers zouden de school volgens haar in staat stellen om de vele zaken die al lopende waren nog verder te verbeteren. De bevraagde leerkracht geeft aan dat deelname aan “Mechelen Leesstad” haar nog meer aandacht voor lezen heeft doen krijgen. Daarnaast zag ze zelf vooral in het aanbod van de boekenkoffers een meerwaarde. Ze beoordeelt de koffers als gevarieerd en vertelt dat de kinderen uit haar klas de boeken erg graag lazen. Ook de vormingssessie “Wijze lessen rond begrijpend lezen” werd door haar als heel interessant bevonden. Ze haalde er vooral het inzicht uit dat begrijpende leesvaardigheid ook samenhangt met de mate van voorkennis van leerlingen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=