Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 39 - Belang van aftoetsen van begrip wanneer je (gesprekken over) boeken inzet als manier om woordenschat en achtergrondkennis te vergroten. - Aanleveren van voorbeeldmateriaal (bv. arrangementen, kieswijzer, enz.) wordt door verschillende betrokkenen (o.m. bib) als een sterk punt van dit project gezien, samen met voorziene begeleiding voor leraren om vervolgens op basis van voorbeelden zelf materiaal te ontwikkelen. Zeker dit laatste wordt door de projectmedewerkers als belangrijk gezien: ook bibliotheekmedewerkers en scholen benadrukten volgens hen dat enkel materiaal aanleveren vaak niet volstaat. - Mate waarin leesacties, leesbeleid en deelname aan project gedragen worden door het ganse schoolteam wordt gezien als een belangrijke randvoorwaarde voor succes. Bv. projecten waarbij er slechts één ‘trekker’ is (i.p.v. kernteam met expliciete steun van directeur) raken moeilijker van de grond. - De projectmedewerkers zien ook zichtbaarheid van en communicatie rond leesbevorderingsacties als een belangrijke katalysator voor de impact van deze acties. Zorgt er namelijk voor dat meer mensen (ouders, leraren, leerlingen, enz.) bereikt worden. - Covid-19 heeft een belangrijke impact op de uitvoering van het project gehad. - Het gebrek aan opkomst voor de digitale oudersessies wijten de projectmedewerkers onder meer aan de gebrekkige toegankelijkheid van dit format voor ouders uit kwetsbare gezinnen. - Scholen en leraren hebben tijd nodig om zich dingen eigen maken (bv. leren goede boekgesprekken voeren) en om geboden voorbeeldmateriaal en voorbeelden uit andere scholen te hertalen naar hun eigen context. - Voldoende financiële mogelijkheden om materiaal (o.m. boeken) en begeleiding te voorzien. De directeur onderschrijft het belang van voldoende financiële middelen voor het aankopen van nieuwe boeken. Zo vraagt een klasproject rond een bepaald boek om 15 à 20 exemplaren van dit boek. Soms biedt het kopen van tweedehands boeken een oplossing, maar niet altijd. Ook vermeldt de directeur dat het voor leerkrachten niet altijd vanzelfsprekend is om aandacht aan lezen te besteden in andere vakken dan Nederlands en tegelijk voldoende ruimte te behouden voor het nastreven van de specifieke leerplandoelstellingen voor dat vak. Tegelijk geven de bevraagde leerkrachten aan dat de steun van hun directeur bij het uitwerken en uitvoeren van leesbevorderende acties op school erg belangrijk voor hen was. Volgens de bevraagde leerkrachten heeft het delen van de resultaten van de taalscreening (DIA-TAAL) op de klassenraad in de eerste graad voor een zeker urgentiebesef gezorgd. Hierdoor leken veel collega’s ook ontvankelijker voor tips en suggesties uit het taalbeleidsteam van de school die het nauwst bij “Lezen in Actie!” betrokken waren.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=