Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 5 Op basis van de focus en de opgezette activiteiten van de LoS-projecten - die zich in hoofdzaak richtten op de omkadering van het leesonderwijs - kan enerzijds de vraag gesteld worden in welke mate we effecten op de leesmotivatie en leesvaardigheid kunnen verwachten in de korte looptijd van het project. Anderzijds geven scholen en projectbetrokkenen aan dat ze niet weten welke instrumenten hiervoor voor handen zijn, op welke manier dergelijke metingen kunnen gebeuren, en dat ze ondersteuning nodig hebben bij het verwerken en interpreteren van dergelijke data. Tot slot willen we de kritische vraag opwerpen in welke mate de initiatieven de vooropgestelde doelgroep bereikt hebben. De LoS-oproep wilde door het opzetten van leesbevorderende initiatieven in hoofdzaak risicoleerlingen – met name leerlingen met een grotere kans op een lage leesmotivatie en lage leesvaardigheid – bereiken. Vele initiatieven die enigszins gericht waren op leerlingen, kaderen binnen het opzetten van een krachtige leesomgeving. Te denken valt aan het inrichten van knusse leesplekken, het stimuleren van bibbezoek (ook na de schooluren), het uitbreiden van het aanbod aan boeken, … Kan het zijn dat dergelijke initiatieven in hoofdzaak het lezen aantrekkelijker maken voor kinderen die al een bepaalde mate van leesvaardigheid hebben en die de leesmicrobe al te pakken gekregen hebben? Of zorgen deze initiatieven ervoor dat kinderen die al graag en goed lezen, nog liever en beter gaan lezen? De vraag is dan ook: leiden de projecten ertoe dat álle kinderen meer, liever en beter lezen? Bovenstaande conclusies en aandachtspunten kunnen van meerwaarde zijn om in rekening te brengen bij het uitschrijven van en intekenen op komende gelijkaardige projectoproepen.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=