Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 31 Eén school gaf aan dat het niet haalbaar was om aan alle netwerk- en coachingsessies aanwezig te zijn, wat geen probleem vormde. Het was vanuit het project niet verplicht om aan alles deel te nemen maar de meeste scholen gingen gretig in op het aanbod. De scholen hebben op basis van een brainstorm met het schoolteam een leesvisie uitgeschreven die gelinkt was aan hun schoolvisie. Vervolgens schreven ze bijhorende doelen voor het leesbeleid uit op basis van de noden voor lezen specifiek voor hun school/ leerlingenpopulatie. De leesvisie en acties werden afgestemd met het volledige schoolteam. De volledige school ging aan de slag met de gedragen visie, doelen en acties. Dit was de start van het (geactualiseerde) leesbeleid, maar na projectjaar 1 was het leesbeleid enkel op papier een feit en werden er in de klas al enkele acties ondernomen. De dynamiek in de scholen kwam pas in het tweede jaar echt tot stand, o.a. omwille van de sluiting van de scholen door Corona tijdens het eerste projectjaar. Het zelfstandig werken zoals in het verslag staat aangegeven, moet dus genuanceerd worden. De 20 scholen kregen telkens na elke netwerkdag een concrete takenlijst waaraan een vraaggestuurde coaching werd gekoppeld om de scholen op die manier een optimale begeleiding te geven. De partnerscholen gaven in de bevragingen aan dat het intensieve coachingstraject een grote meerwaarde heeft gevormd tijdens het project Liever lezen. Wel stond de ene school al wat verder dan de andere school na projectjaar 1. G. Ervaren effecten De projectcoördinator merkt op dat vooral de lagere scholen grote vooruitgang boekten. Sommige scholen stonden bij het begin van het project nog nergens en gingen met grote sprongen vooruit. Eén van de deelnemende scholen kreeg lovende kritiek tijdens het bezoek van de onderwijsinspectie. In secundaire scholen verloopt het proces iets logger en is het moeilijker om schoolbreed aan lezen te werken. Al zijn er wel een aantal scholen waarin ook niet-taalleerkrachten op Gedichtendag met poëzie in hun vak aan de slag gingen. De bibliotheekmedewerkers vonden de combinatie van wetenschappelijke kaders en praktijkervaring interessant. Samen met de uitwisselingsmomenten gaf dit hen een beter zicht op hoe scholen met lezen aan de slag gaan. De geïnterviewde beleidsondersteuner van de school uit de case-study merkt meer interesse bij de leerlingen als de leerkrachten beginnen voor te lezen. Ook het diverse aanbod in de vernieuwde klasbibliotheken spreekt de leerlingen aan. De leerkrachten communiceren nu meer over wat de kinderen in de klas doen rond lezen. Regelmatig verschijnt over dit thema een bericht op de Facebookpagina van de school. Tijdens de voorleesweek plaatsten ze hierop foto’s van ouders die kwamen voorlezen. Lezen is zichtbaar in de hele school. Volgens de geïnterviewde leerkracht zorgde dit leesproject ervoor dat bepaalde inzichten tot bij het team zijn gekomen. Hieruit volgden verschillende acties en samenwerkingen. Tijdens de ontmoetingen leerden de scholen veel van elkaar. Voor

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=