Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 197 10. Wat kan erover de opbrengsten en resultaten worden gezegd? Vooraf Het ging over een betrekkelijk korte projectduur. Het project startte 1 september 2020 en wordt beëindigd op 1 september 2022. In die periode wordt het project ook nog door corona getroffen. De effecten van het project worden in de projecten dikwijls als effecten op de langere termijn gezien. Ook ziet men in de projecten de ‘toename van partners’ rondom leesbevordering als effect. Bovendien laat internationaal onderzoek zien, dat het in zo’n kort tijdsbestek lastig is om bijvoorbeeld betere resultaten voor begrijpend lezen activiteiten te realiseren, o.a. vanwege de grote complexiteit die begrijpend lezen kenmerkt. Overigens was men in het project Boekenboxen al in 2016 gestart met LIST- en DENK-activiteiten op het gebied van begrijpend lezen, ofschoon men wel spreekt over diversiteit in de uitvoering. De ene leraar werkt 1 keer per week met LIST en een andere leraar 5 keer. Dergelijke verschillen in uitvoering hebben ook gevolgen voor de leesresultaten. Kwantitatieve gegevens over de effectiviteit van deze projecten ontbreken. Opmerkingen over de projectuitvoering - Het project is eigenlijk pas recent gestart en heeft qua uitvoering ook problemen vanwege corona gehad. Door de corona vonden er ook minder schoolbezoeken en minder bezoeken aan de partners plaats. Daarnaast hadden de projecten met ‘lerarenuitval’ en lerarentekort te maken. Dit alles maakt het lastig om iets over de effectiviteit van de projecten te zeggen. Bovendien ontbreekt het aan kwantitatieve gegevens over de leesvaardigheid en leesmotivatie; - Niet alle projecten zijn het eens met de uitgangspunten van het ministerie van onderwijs; - Dikwijls zijn niet alle leerjaren bij de projecten betrokken. Bovendien laten de projecten grote verschillen in uitrol van het project in de scholen zien. In de projecten wordt over grote tempoverschillen tussen scholen gesproken. Daarnaast zijn er natuurlijk ook binnenschoolse tempoverschillen; - Overal wordt de urgentie voor effectiever leesonderwijs gevoeld, maar concrete invulling aan de urgentie van een betere leesvaardigheid geven is in verschillende projecten niet uit de verf gekomen. Er is vooral ingezet op leesbevordering. Het stimuleren van competentie kreeg minder aandacht en werd dikwijls ook als minder evident gezien (Van der Gucht, 2022); - De projecten kennen dikwijls veel en veel vragende doelen (ambitieuze doelen), wat realisatie in een korte tijd (met belemmeringen) moeilijk maakt. De doelstellingen van de projecten variëren en zijn dikwijls omvangrijk, waarbij opgemerkt kan worden dat er meestal niet expliciet werd gewerkt aan het verbeteren van de leesvaardigheid van leerlingen; - Het meest succesvol lijken de activiteiten waarbij reeds bestaande materialen en methoden werden ingezet, zoals de LIST-activiteiten. Het project bouwt verder op die activiteiten. Inzet op het verbeteren van de technische leesvaardigheid van leerlingen vindt vrijwel niet plaats. De relatie technische leesvaardigheid versus leesbegrip krijgt weinig of geen aandacht; - Leraren leggen in de klassen hun eigen accenten, wat ook gevolgen voor de effectiviteit, implementatie en het onderhoud van de verbeteringen heeft; - Er bestaat in de projecten dikwijls weinig samenhang tussen activiteiten op het gebied van leesvaardigheid en leesmotivatie en de leesvaardigheid komt weinig expliciet aan de orde; - Het ontbreekt aan toetsresultaten en beantwoorde vragenlijsten om iets over de effecten van de uitvoering te kunnen zeggen. Hierdoor ontbreekt ook de rol van data feedback bij het verbeteren van de resultaten; - Er stond in de projecten vooral de samenwerking tussen partners over met name leesbevordering centraal en niet de rol van scholen en de leesinstructie van de leraren. Er is vooral gewerkt aan het creëren van een brug tussen school en de bibliotheek. Juist samenwerking tussen verschillende organisaties kreeg in de projecten veel aandacht, maar dergelijke aandacht heeft slechts indirecte invloed op de leesresultaten (zie o.a. Hattie 2016). De vele partners hadden in de praktijk ook veel overlegmomenten tot gevolg;

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=