Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 195 . Leesbevorderende acties aan de hand van de LIST-didactiek. LIST- en DENK worden als cruciale middelen gezien, o.a. om tegemoet te komen aan de 5 sleutels voor effectief begrijpend lezen. Concreet wil men de betrokken leerlingen ook kwalitatief beter laten lezen door een technisch leesniveau na te streven van AVI-niveau hoger dan E 7. Men probeert de projectdoelen vooral te realiseren door met (veel) partners samen te werken. De effecten van Boekboxen lijken groot, maar het ontbreekt aan kwantitatieve gegevens om te verifiëren wat de effecten op de leesresultaten en leesmotivatie daadwerkelijk waren, o.a. in de zin van: in welke omvang gingen de leesresultaten en de leesmotivatie van de leerlingen vooruit. Daarnaast kwam in het project het beoogde coöperatief leren door gebrek aan tijd weinig aan bod. Een belangrijk uitgangspunt in het project is, dat boeken en leesstrategieën ‘genietend’ moeten zijn. Een opmerking die tijdens een gesprek wordt gemaakt, is dat iets verplichten een belemmering voor het genieten zou zijn. Een probleem is, dat cijfers over de beginsituatie van het project niet boven water komen. De meeste effecten van het project worden gezien bij projectpartners en dus niet bij leraren, waardoor de vraag kan worden gesteld: wat was de doorwerking van de activiteiten op de leesresultaten in de klas? Wel wordt in een gesprek de wenselijkheid van scholing van leraren aangegeven. Uit een gesprek blijkt, dat leerlingen sneller een boek zouden uitlezen. Expliciete informatie daarover ontbreekt. In een interview wordt gezegd, dat het boekenaanbod vooral bepaald wordt door wat leraren en ondersteuners zelf graag lezen. Bovendien vond men het lastig boeken te vinden die zwakke lezers interesseerden. In een gesprek wordt ook aangegeven dat wat leraren doen met de gewenste aandacht voor strategieën moeilijk te beantwoorden is. Er wordt opgemerkt dat de rol van LIST voor zwakke lezers beperkt is. Ook wordt er geen aandacht besteed aan de relatie tussen Boekboxen en LIST. - Zorgpunten Het project kent de nodige zorgpunten, waaronder het ontbreken van onderwijskundig leiderschap in de scholen en in het verlengde daarvan het niet expliciet aan de orde komen van de rol van de leraar. In het project gaat het vooral over de rol van de ondersteuning. Informatie over wat de leraren van het project vinden ontbreekt, terwijl juist de betrokkenheid en de uitvoering op leraarniveau voorwaardelijk voor het succes van het project zijn. Het ontbreken van onderwijskundig leiderschap moet als een sterk belemmerende factor worden gezien. In termen van resultaatgericht onderwijskundig leiderschap is het morele doel van de schoolleiding ervoor te zorgen dat de kinderen het beste onderwijs krijgen dat we ze kunnen bieden. Internationaal wordt er vanuit gegaan (zie Fullan, Hattie, Schmoker, etc), dat de schoolleiding van cruciaal belang is voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs van een school. Het lijkt dat het project randvoorwaarden als samenwerking tussen partners op het gebied van lezen heeft gerealiseerd. Informatie over het realiseren van de geformuleerde doelstellingen op het niveau van de klas ontbreekt. Ook wordt gesproken over het ontbreken van materialen voor de vakken. Wel vindt men dat door LIST en het project de aandacht voor de bibliotheek is toegenomen. In het Mechelse project wordt de daling van de leesvaardigheid vooral toegeschreven aan het gegeven dat verschillen in leesvaardigheid en leesmotivatie vooral samenhangen met de achtergrondkenmerken van de leerlingen. Verder stelt men dat scholen ondersteuning nodig hebben bij het komen tot een effectief leesbeleid en dat scholen moeite hebben om de ouders van kwetsbare leerlingen te bereiken. In het project worden als doelstellingen gehanteerd: . Vooral aandacht voor leesbegrip
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=