Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 180 A.2. Afbakening en gezamenlijke doelgerichtheid Een tweede randvoorwaarde die naar voren geschoven wordt door de meerderheid van de betrokkenen is het prioriteren van inzetten op lezen binnen schoolteams. Scholen hebben vaak heel wat plannen en ambities, die vaak concurreren om de aandacht en de tijd van de leden van het schoolteam. Sterk beleidsvoerend vermogen moet er voor zorgen dat er voldoende lijn komt in deze plannen en ambities (zie bv. schoolwerkplan) en dat schoolteamleden voldoende tijd en middelen krijgen om geplande acties kwaliteitsvol uit te voeren. Prioriteit geven aan een effectief leesbeleid is volgens veel betrokkenen dan ook een sleutel tot succes. “ik denk een paar trekkers die dat dat een beetje op hun nemen en dan ook dat de directie zegt van “ja, je moet daar twee jaar rond werken en dat moet nu in de focus en daar wordt echt rond gewerkt”.” (interview leerkracht bezochte school, project 22) Hierbij aansluitend merken we echter dat het creëren van doelgerichtheid bij heel wat projecten vaak nog onvoldoende aandacht krijgt (zie ook 3.3.2. Doelstellingen en doelgroepen) en dat op verschillende niveaus, bijv. afbakenen van waar de focus zal komen te liggen, deze focus ook helpen vertalen in operationele doelstellingen die voldoende evalueerbaar zijn, neuzen in dezelfde richting krijgen via visieontwikkeling die ook leidt tot een basis aan afspraken en vormen van aanpak. Het wijst op een vaak voortkomend manco bij het voeren van onderwijskundig beleid, namelijk het creëren van mogelijkheden om sterker doelgericht te kunnen werken, concrete verwachtingen te kunnen stellen en dit ook te kunnen opvolgen. Bij 3.3.4. Acties merken we dat er vele verschillende (vaak heel relevante) acties worden ondernomen, maar dat deze vaak niet ingebed werden in een bredere visie, laat staan dat deze met betrokkenheid van het schoolteam samen werd ontwikkeld, waardoor de keuze voor een bepaalde aanpak én ook de rol van (alle) leerkrachten hierbij niet duidelijk is. B. Randvoorwaarden voor een succesvol verloop van een project/het verder ontwikkelen van schoolbeleid rond leesbevordering Een randvoorwaarde voor een succesvol projectverloop die uit de interviews met de betrokkenen blijkt, werd hierboven beschreven: het hebben van duidelijke doelen en een gedeelde visie rond lezen in de school en/of met de andere projectpartners. Het moet duidelijk zijn waarnaar gestreefd wordt en welke acties uitgerold worden om de gestelde doelen te bereiken. De vertaling van visie naar de concrete (klas)praktijk vindt echter niet vanzelf plaats, wat logisch is gezien de mogelijke afweermechanismen die hierbij kunnen ontstaan. Vanuit ons theoretisch kader inzake het voeren van een onderwijskundig beleid (zie Bijlage) veronderstellen we verschillende mogelijk te ondernemen acties, bijvoorbeeld: • Als school(leider) concrete verwachtingen stellen, die voldoende gedragen worden vanuit een participatieve visieontwikkeling • Zorgen voor een praktijkgerichte professionalisering waarbij bredere kaders worden verbonden met het aanreiken van didactisch goed uitgewerkte voorbeelden. • Contexten creëren waarin het schoolteam wordt aangezet en ondersteund om er concreet mee aan de slag te gaan, te leren van en met elkaar, te co-creëren. • Naast het werken met deze teacher teams als leergemeenschappen, zorgen voor verdere ondersteuning via zowel interne als externe expertisedeling. • De vertaling van de concrete verwachtingen naar de praktijk blijven opvolgen en ondersteunen (vanuit de directie of personen die werden gedelegeerd om dit te doen). • Zorgen voor concrete ondersteuning via het creëren van de benodigde professionaliseringstijd en ondersteunende (materiële en infrastructurele) middelen hierbij.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=