Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 170 Acties gericht op het effectief lezen In een tweede soort acties werd ingezet op het verhogen van de effectieve (voor)leestijd voor leerlingen. Hiervoor werden in schoolse context diverse methodieken ingezet zoals duolezen, leestutoring, kwartierlezen, toneellezen, enzovoort. Deze methodieken werden doorgaans structureel in het lessenrooster ingepland en kregen dus vaste momenten per week of per maand toegewezen. In een aantal projecten werden er ook acties gericht op het verhogen van de effectieve (voor)leestijd buiten de school. Zo werden leerlingen aangemoedigd om in de voor- en naschoolse opvang, alsook tijdens de speeltijden en middagpauzes aan vrijetijdslezen te doen. Acties gericht op reageren Diverse acties werden ook opgezet om in interactie te gaan over boeken. Deze kunnen een meer formeel (het formele gesprek) of informeel karakter (boekenpraatjes) hebben (bv. boekenrestaurant, boekenbabbels, …) en kunnen gesprekken zijn tussen leerlingen, tussen een leerling en een leerkracht en een kind en een ouder. Ook hiervoor werden specifieke materialen ontwikkeld zoals de leessuggesties die bij boekboxen verstrekt werden of ander educatief passend materiaal zoals bijvoorbeeld een verteldobbelsteen. Daarnaast werden ook specifieke activiteiten ingericht zoals bijvoorbeeld auteurslezingen. Voorbeelden van acties rond het stimuleren van effectief lezen - In het project ‘Leeshelden’ van de Provincie Vlaams-Brabant werden in elke deelnemende bibliotheek leesgroepjes georganiseerd. Een leesgroepje bestond uit een 15-tal leerlingen met een leesachterstand en/of een lage leesmotivatie. Elk leesgroepje werd in kleinere deelgroepjes van 5 leerlingen verdeeld, afhankelijk van het leesniveau van de betrokken kinderen. Tijdens 10 bijeenkomsten van 1,5u las elk deelgroepje in totaal drie voor hen geselecteerde boeken onder de begeleiding van een vrijwilliger. Deze boeken werden geput uit een lijst van 20 voor het project geselecteerde boeken, waarvan elke bibliotheek indien nodig ook een aantal exemplaren kon aankopen met steun van het project. - In de projecten ‘Lees Wijzer’ en ‘Boekboxen’ van respectievelijk POV en de PBD GO! werden minilesjes georganiseerd. Daarbij lezen leerlingen vrij in een boek en geeft de leraar een leesvraag mee. Intussen wordt daarbij ook gewerkt aan woordenschatverwerving en modelleert de leraar leesstrategieën. De leraar start telkens met het voorlezen van een tekst, met nadien een korte bespreking. Nadien gaan de leerlingen 20 tot 30 minuten aan de slag, waarna ook een nabespreking of oefening volgt. - In het project ‘Boeken Troef!’ van ODISEE werd duolezen georganiseerd in de deelnemende scholen. De leerling-voorlezer (de boekentroever) is een leerling die veel en graag leest en die wordt gekoppeld aan een leerling die jonger en minder gemotiveerd voor lezen is (de boekenproever). Dit kan ook onderwijsniveau-overstijgend worden georganiseerd, waarbij schotten tussen kleuter en lager en/of tussen lager en secundair worden weggehaald. Daarbij worden leerlingen ook opgeleid tot leesbegeleider volgens de Samen Lezen-methodiek.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=