Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 163 zal komen. Samenhangend met het hanteren van een effectieve leesdidactiek werd professionaliseren van betrokken actoren – doorgaans leraren, maar soms ook bibliotheekmedewerkers – inzake lezen vaak als doelstelling naar voor geschoven, wat gelinkt kan worden aan de eerste doelstelling uit het LoS-project, m.n. het bevorderen van de creatie van kwaliteitsvolle leesomgevingen. Hier merken we dat een aantal scholen zich sterk bewust zijn van een aantal belangrijke voorwaarden voor het kwaliteitsvol stimuleren van lezen op school, waaruit aandacht voor het voeren van een sterk onderwijskundig beleid blijkt. Ook het uitwerken van een kwalitatief sterker boekenaanbod – waarbij beoogd wordt het aanbod meer recent, divers, uitdagend te maken en te laten aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen – werd in bijna elk project als doelstelling als doelstelling nagestreefd en kan gelinkt worden aan de eerste doelstelling uit de LoS-oproep. In heel wat projecten was het het uitdrukkelijke doel om klas- en/of schoolbibliotheken te voorzien van een actueel en divers boekenaanbod. “Heel veel scholen hebben ook al een eigen collectie, een verzameling van over de jaren, heel veel jaren en wij zijn daar begonnen ook met wieden, dus wat staat er op de scholen? Wat kan er behouden worden om een kwalitatieve collectie te bekomen? En daar zijn we echt mee gestart. En wat dat ook heel belangrijk is, we wouden niet zo maar een nieuwe collectie plaatsen. We hebben ook inspraak van leerkrachten en leerlingen gevraagd om de nieuwe collectie samen te stellen, dus dat zijn allemaal zaken die we in het eerste jaar hebben kunnen verwezenlijken…. Dus daarom dat we daar eerst op investeren en een goede collectie en kinderen kansen geven tot lezen, ook vanuit het oogpunt van gelijke kansen.” (Interview projectcoördinator) Dit boekenaanbod kon zowel schoolgebonden als op niveau van de plaatselijke bibliothe(e)k(en) uitgewerkt worden. Ook wou zo goed als elk project inzetten op het creëren van betere en meer uitnodigende leesplekken in zowel de betrokken scholen als op lokaal en bovenlokaal niveau (bv. in de bibliotheek of in de stad). Deze doelstelling werd doorgaans in één adem genoemd met de doelstelling om een positief leesklimaat te realiseren op scholen. Ook de ouderbetrokkenheid versterken rond lezen en het optimaliseren of opstarten van samenwerkingen tussen scholen en lokale en/of bovenlokale organisaties, worden als operationele doelstellingen naar voor geschoven. Naast de doelen die de LoS-projecten voor ogen hadden, merken we dat er in ongeveer de helft van de projecten ook of vooral vraaggestuurd met de scholen werd gewerkt. Daarbij werd niet zozeer vertrokken van een strak en doelgericht plan van aanpak uitgewerkt door het projectteam, maar kregen de deelnemende scholen de kans om in belangrijke mate zelf aan te geven welke noden ze zagen en welke doelen ze via deelname aan het LoS-project wilden bereiken. Vervolgens probeerde het LoS-project optimaal aan deze vraag tegemoet te komen. Zo konden er bv. in eenzelfde project scholen zijn die in hoofdzaak het uitwerken van een leesvisie wilden bereiken door deelname aan het LoS-project, daar waar andere scholen in hetzelfde project voornamelijk hun boekencollectie op punt wilden stellen. Als we kijken naar de doelgroep waarop de projectdoelen betrekking hadden, is een tweedeling merkbaar. Enerzijds vormen leerlingen doorgaans de belangrijkste doelgroep waarop de strategische doelstellingen van de LoS-projecten betrekking hadden. Dit komt uiteraard voort vanuit de
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=