Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 127 5. Verankeringsscan ontwerpen en uitvoeren: verankering concretiseren en meetbaar maken op verschillende niveaus (leerkrachten, directie, bibliotheek, …) en leesscan opnieuw afnemen en vergelijken met oorspronkelijke leesscan Tijdens het schoolbezoek aan de school uit de case-study werd aangegeven dat de school de input van leerlingen en leerkrachten combineerde om hun (meertalig) boekenaanbod vorm te geven. De geïnterviewde leerkracht geeft aan dat het niet eenvoudig is een boekenaanbod te voorzien dat aansluit bij het niveau en de interesses van de leerlingen (en grijpt al snel naar wat gekend is uit eigen jeugd, een verfilming, …). Toch probeert de leraar bij elk thema een bijpassend aanbod te voorzien. Daarnaast hebben ze een ‘leeskoestermap’ in de klas: een map met kleine, gevarieerde verwerkingsopdrachten na het lezen van een boek. Als het gaat over het kiezen van een boek in de bibliotheek, dan geeft de geïnterviewde leerkracht aan dat ondersteuning belangrijk is (‘er was een bibliotheekmedewerker die de kinderen schitterend meenam in de keuze van een passend boek’). De leerkracht geeft verder aan dat het moeilijk is tijd vrij te maken in de klas om de leerlingen (spontaan) vrij te laten lezen. De klas heeft nochtans een therapie- en leeshond, waar kinderen aan kunnen voorlezen. De school zet ook in op stimulerende acties om kinderen samen met ouders te laten lezen (zowel in de thuis- als schooltaal). Al geeft de directeur wel aan dat het betrekken van ouders niet eenvoudig is. De geïnterviewde directeur ervaart door het project een stuk meer begeleiding door en samenwerking met de bibliotheek, wat zorgt voor kansen voor de school die ze ervoor niet hadden (bv. een tentoonstelling in de bib waar ouders wegwijs werden gemaakt). Voor de geïnterviewde leerkracht is het onduidelijk welke acties al dan niet vanuit het project opgezet worden. Er werd beslist om de Leesscan niet opnieuw af te nemen. Door drukte op scholen en lerarentekort leek ons dit niet opportuun. Wel werd een bevraging via GoogleForms naar alle deelnemende scholen, bibliotheken & ondersteuners van OCB gemaild. E. Monitoring en evaluatie Er is een stuurgroep (om de grote, inhoudelijke lijnen te bepalen) die bestaat uit de projectleider en de projectmedewerkers van OBiB en OCB en een kernteam per school (scholenvertegenwoordiger en een aantal leerkrachten, iemand van de bibliotheek, projectmedewerker(s) van OBiB en OCB en evt. lokale partners). De stuurgroep staat in voor de uitrol en monitoring van het traject van Leesrijk Brussel. Zij volgt na de leesscan ook de actieplannen van de kernteams op. Van daaruit proberen ze goede acties te transfereren naar andere contexten. Gedurende het traject werden een aantal digitale leerlingenbevragingen gedaan op scholen (‘Wat, wanneer, waar lees je (niet) graag?’, ‘Over welke onderwerpen zou je meer willen weten?’), maar de stuurgroep heeft deze resultaten nog niet opgevraagd. Op het einde van het traject zullen metingen ingebouwd worden bij de doelgroep om de output te documenteren (o.a. leesscan opnieuw uitvoeren, zie D. Acties). De metingen zijn vooral gericht op het aantal kinderen en jongeren die we met de acties bereikt hebben, alsook een inhoudelijke evaluatie van de acties. F. Mate van realisatie - De noden van de deelnemende scholen zijn in kaart gebracht en de visieconcepten en activiteiten in functie van leesbevordering zijn ontwikkeld. - De kennisuitwisseling tussen de verschillende partners blijft een uitdaging. Voornamelijk de mensen van OBiB en OCB kwamen in contact met verschillende scholen en bibliotheken, maar voor die laatste partijen bleef de uitwisseling beperkt. Wel werden af en toe intervisiegesprekken georganiseerd met ondersteuners van scholen om hen te laten leren van elkaar. - De realisatie van het project is binnen elke school sterk verschillend. Zo kan het bv. dat één school sterk inzet op het versterken van ontluikende geletterdheid, terwijl de volgende school een totaal andere focus zal kiezen. - Door corona heeft men in jaar 1 nog niet veel kunnen inzetten op leesinterventies buiten de school. Het project verloopt trager dan verwacht. De tijdsplanning (over het hele project heen) moest voortdurend worden aangepast.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=