Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 17 Gedurende de looptijd van de LoS-projecten, en ook van voorliggend onderzoek, werd er een nieuwe versie van de Leesscan uitgebracht. Zowel de componenten als de onderliggende vragen werden hierin aangepast. Gezien de LoS-projecten met de eerste versie van de Leesscan aan de slag gingen bij de start van het project opteerden we in dit onderzoek om die versie te gebruiken om de dataverzamelingen tijdens de schoolbezoeken vorm te geven. Aan de coördinatoren werd gevraagd om voor elk van de opgegeven scholen aan te geven aan welke van de 5 domeinen van de Leesscan deze scholen intensief werkten (m.n. visie, doelen en acties; krachtige leesomgeving; effectieve leesdidactiek; monitoring en feedback, en breed leesnetwerk). We sampelden scholen op zo’n manier dat het aantal scholen per domein binnen de groep van finale schoolbezoeken evenredig is met het aantal scholen per domein in de gehele steekproef van scholen (met name ca. drie per project). Aan de projectcoördinatoren van de LoS-projecten werd bij de start van hun project (september 2021) de Leesscan aangeboden vanuit de Overheid. Ook werd aangeraden om deze Leesscan in te zetten in hun project om zo het leesonderwijs in de deelnemende scholen aan het LoS-project in kaart te brengen. Op het moment dat de LoS-projecten van start gingen, omvatte de Leesscan volgende vijf componenten: - Visie, doelen en acties - Krachtige leesomgeving - Effectieve leesdidactiek - Leesmonitoring op leerling-, klas- en schoolniveau - Breed leesnetwerk 2.3.2 Bijkomende indicatoren Vervolgens baseerden we de steekproeftrekking van 22 scholen op een aantal bijkomende indicatoren. Een eerste indicator was het onderwijsniveau. We beoogden een steekproef die zowel basis- als secundaire scholen omvatte, alsook (lager en secundair) buitengewoon onderwijs. We streefden naar een verdeling van het onderwijsniveau dat representatief is voor het geheel aan scholen die aan een LoS-project deelnemen. Vervolgens streefden we variatie in de drie onderstaande indicatoren1 na – in vernoemde volgorde: • Leerlingenpubliek • Onderwijsnet • Geografische spreiding (stad versus platteland) Voor de variatie in leerlingenpubliek baseerden we ons op de data beschikbaar via AGODI. Voor de scholen werd een overzicht gemaakt met betrekking tot volgende schoolindicatoren: opleiding moeder, schooltoelage en thuistaal. Spreiding in de uiteindelijke steekproef werd nagestreefd met betrekking tot socio-economische achtergrond2 en taal van het leerlingenpubliek. 1 Deze indicatoren komen voort uit de analyses die gebeuren naar aanloop van de selectie van scholen in internationale onderzoeken (PIRLS, TIMSS). Daaruit komen deze indicatoren naar voren als meest voorspellend om de uitkomsten tussen scholen in Vlaanderen te verklaren. 2 Een gemiddelde wordt genomen van de indicatoren opleiding moeder en schooltoelage als indicator van de socioeconomische samenstelling van de school.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=