Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 92 Er werd ingezet op toneellezen, duolezen, voorlezen aan andere kinderen,… verschillende methodieken om een blijvende interesse bij de kinderen aan te houden. Specifiek inzetten op technische leesvaardigheid was bij de start reeds niet prioritair. Dit is niet haalbaar op 10 weken, 1,5u/week. De vrijwilligers kregen wel methodieken mee om op gepaste manier feedback te geven aan de kinderen. G. Ervaren effecten De projectcoördinator geeft aan dat zij het project als positief heeft ervaren. Verder kreeg zij uit contacten met bibliotheken, vrijwilligers en kinderen vooral positieve commentaren over het project. Bovendien vermeldt de projectcoördinator dat zij regelmatig van nieuwe bibliotheken de vraag krijgt of het mogelijk is om mee in het project te stappen. De bevraagde directeur geeft aan dat de leerlingen uit haar school (en hun ouders) die aan de leesgroepjes deelnamen dit als positief hadden ervaren. Bij evaluatie in 2022 gaven zowel de leerkrachten als de bibliotheekmedewerkers aan het belang van het project in te zien. Zij gaven dan ook aan dat zij hierop zeker willen inzetten in de toekomst. De kinderen toonden heel wat enthousiasme en ook ouders lieten zich positief uit over het traject bij de verschillende eindfeesten die werden georganiseerd na afloop van het traject. De bibliotheken hebben aangegeven de komende jaren te willen doorgaan met het traject. Verschillende andere bibliotheken (binnen en buiten de provincie) vonden reeds hun weg naar de materialen van Leeshelden en gaven aan hiermee in de toekomst aan de slag te willen gaan. H. Aandachtspunten en randvoorwaarden - De projectcoördinator ervaart dat het aanleveren van kant-en-klare materialen aan de bibliotheken en scholen een grotere kans oplevert dat deze partners zich engageren. Daarnaast is ook heldere communicatie tussen de deelnemende partners volgens haar van groot belang. - De projectmiddelen maakten het o.m. mogelijk om de zoektocht naar vrijwilligers (N > 60) tot een goed einde te brengen, iets wat veel tijd in beslag nam en waar de bibliotheken binnen hun reguliere werking te weinig ruimte voor hadden. - Scholen en bibliotheken hebben voldoende middelen nodig om de materiële noden van de leesgroepjes te kunnen dekken. Zo zijn er in één jaar tijd 4 van de 20 boeken uit de handel verdwenen, waardoor er voor het tweede jaar nieuwe boeken (en dus ook nieuwe activiteitenfiches) moesten voorzien worden. - De slagkracht van de betrokken bibmedewerker is van groot belang om de samenwerking tussen de bibliotheek en de scholen goed te laten verlopen. Deze slagkracht wordt beïnvloed door de motivatie van de betrokken medewerker, maar ook door de tijd en ruimte die zij krijgt om een actieve bijdrage aan het project te leveren. Voldoende middelen én personeel. Om het project up-todate te houden. De leefwereld van de kinderen evolueert namelijk enorm snel.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=