Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 86 Het monitoren van de motivering voor B- en C-attesten was voor deze school de aanleiding om in het project te stappen (zie A. Aanleiding) en men blijft de motiveringen voor C en B-attesten opvolgen om na te gaan welk effect er voortvloeit uit de hernieuwde aandacht voor lezen. het traject en zullen geanalyseerd worden in het eindverslag dat Iedereen Leest zal opmaken voor het Departement Onderwijs en Vorming. F. Mate van realisatie De directie geeft zelf aan dat de leesvisie nog onvoldoende geleid heeft tot een samenhang binnen het schoolteam. Nog niet alle leerkrachten zijn overtuigd – laat staan op de hoogte – van de noodzaak van lezen binnen praktijkvakken. Omwille van corona en de vernieuwingen binnen het secundair onderwijs werkte men aan het project met een beperkt team en de informatie is nog niet bij alle collega’s aangekomen. Het is de bedoeling om daar in volgende schooljaren aan verder te werken. Toch zorgde de aandacht voor lezen voor een aantal kleine initiatieven die de leerlingen bereikten. Zo zijn al een aantal leerkrachten die geen taalvak geven ook al begonnen met voorlezen in hun les. Eens de informatie over het nieuwe leesbeleid alle leden van het schoolteam heeft bereikt, leidt dit tot structurele veranderingen. Dit komt ook terug in het gesprek met de klasleerkracht, die niet betrokken was in het leesproject. Zij merkt dat niet alle collega’s op de hoogte zijn van de leesvisie, maar iedereen merkt wel dat lezen leeft in de hele school. Zo is er een muur waarop de favoriete boeken van de leerlingen een plaats krijgen en hangen er overal foto’s van lezen leerlingen, leerkrachten en andere personeelsleden zoals een poetsvrouw. Ook andere leerkrachten geven in de online vragenlijst aan dat ze merken dat er een hernieuwde aandacht is voor lezen en dat dit te merken is doorheen de hele school. Maar zelf zijn ze te nog te weinig op de hoogte van wat het leesproject precies inhoudt. Op het moment van het schoolbezoek waren er nog geen zichtbare leesplekken op school, buiten de studiezaal maar die wordt voor meerdere activiteiten gebruikt. Eens de nieuwbouw afgewerkt is, beschikt de school wel over meerdere leeshoeken. Alle 36 scholen gingen aan de slag met de Leesscan en investeerden in het boekenaanbod op school (zowel aankoop van nieuwe boeken als het wieden van verouderd leesmateriaal). Elke school werkte een actieplan of enkele acties uit, die ingebed zijn in een breder leesbeleid. De trajectbegeleider ondersteunde het kernteam om deze acties uit te voeren en bij te sturen. In het tweede projectjaar lag de focus iets meer op de verduurzaming en integratie in de schoolwerking. Op die manier werden schoolteams uitgedaagd om structurele acties uit te werken. De samenwerking tussen school en bibliotheek faciliteren, lukt bij sommige scholen wel, bij andere ging dit moeizaam. Vaak omdat een of beide partijen een te afwachtende houding aanneemt. Op projectniveau werden de vier strategische doelstellingen gerealiseerd – nrs. 2 en 4 in enkele scholen in mindere mate. Iedereen Leest zal een uitgebreid eindverslag maken voor het Departement Onderwijs en Vorming. G. Ervaren effecten De bewustwording van het belang van lezen in de klas, lezen in praktijkvakken , lezen thuis, … wordt door de vormgevers van de school aanzien als het belangrijkste effect van het leesproject. Lezen is heel zichtbaar op school. Eén leerkracht die de online vragenlijst invulde, merkte op dat hij/zij nu zelf meer voorleest en af en toe stilstaat bij een tekstfragment. Volgens een andere leerkracht genieten de leerlingen nu meer van een verhaal dat wordt voorgelezen. Het tweede belangrijke aspect is de realisatie van de leesvisie en het leesbeleid. Dit stelt hen in staat om verder aan lezen te werken als het project is afgelopen. Ten derde is het schoolteam heel tevreden dat de banden met de plaatselijke bibliotheek veel sterker zijn dankzij het project. De aandacht voor lezen op deze school leidt volgens de klasleerkracht tot verhoogde interesse voor teksten bij de leerlingen. Die genieten van de momenten waarop wordt voorgelezen en appreciëren dat er ook wordt gezocht naar teksten uit andere culturen. De vier trajectbegeleiders menen dat op haast alle scholen een bewustwording tot stand kwam omwille van het traject - een bewustwording bij het belang van lezen en het belang van structureel in te zetten op leesmotivatie, waarbij het hele schoolteam en leerlingen betrokken worden. De uitgevoerde acties om dit te realiseren moeten soms eens worden bijgestuurd, maar hebben de scholen vooral op weg gezet in dit proces. Veel scholen zijn gegroeid in hun competentie om hier zelfstandig verder aan te werken, zeker bij schoolteams met een sterk beleidsvoerend vermogen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=