Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 80 het gebruik van prentenboeken om taalontwikkeling te stimuleren, gender- en diversiteitsbewust lesgeven, SamenLezen en voorlezen in het secundair onderwijs. wel verder onderzocht. De Krook zet daarnaast actiever in op bestaande initiatieven die jonge lezers samenbrengen, om te kijken hoe die nog meer als community uitgebouwd kunnen worden (zie bijvoorbeeld de Leesjury of De Kleine Cervantes). E. Monitoring en evaluatie De projectcoördinator speelde een centrale rol in het bewaken van de voortgang van het project, o.m. door actief betrokken te zijn in veel overleg rond de verschillende acties en delen van het project en door actief aan informatie- en kennisdeling te doen. De projectpartners voorzagen drie stuurgroepvergaderingen per jaar om de uitvoering van het project te evalueren en bij te sturen waar nodig. Omdat de drie primaire partners veelvuldig contact hadden buiten de stuurgroep om, hebben er uiteindelijk maar drie of vier stuurgroepvergaderingen plaatsgevonden. Volgens de projectcoördinator heeft dit de uitvoering van het project evenwel niet gehinderd. De monitoring van de effecten van het project op uitkomsten bij leerlingen, leerkrachten en andere betrokkenen gebeurde volgens de projectcoördinator op twee manieren. Enerzijds werd de Leesscan ingezet om een begin- en eindmeting uit te voeren en in beeld te krijgen op welke aspecten er vooruitgang te zien was die mogelijk aan het Lezen op School-project gelinkt kon worden. Het was op het moment van dit onderzoek onduidelijk of deze evaluatie ook werkelijk is uitgevoerd. Bij het gebruik van de Leesscan botste de projectmedewerkers o.m. op de moeilijkheid dat de Leesscan in eerste instantie bestemd was voor gebruik in het basisonderwijs en dat er een aangepaste versie voor gebruik in het secundair onderwijs ontwikkeld moest worden. Anderzijds vormden vele informele gesprekken met personen die actief bij het project betrokken waren een belangrijke bron van informatie voor de ervaren effecten van het project. Vooral de bijeenkomsten van de coaches (zie D. Geplande en uitgevoerde acties) waren op dit vlak informatierijk, omdat de coaches actief feedback over het project verzamelden in de scholen die zij begeleidden en op die manier goed geplaatst worden om een inschatting van mogelijke effecten te maken. • Er hebben uiteindelijk maar twee bijeenkomsten van de stuurgroep plaatsgevonden, aan het begin en op het einde van het project. Daarnaast was er bijvoorbeeld wel geregeld overleg tussen OCG en De Krook (4x gedurende het project), wat initieel niet was voorzien. • Door het lerarentekort dat diverse deelnemende scholen parten speelde, gecombineerd met de sowieso drukke periode op het einde van het schooljaar, is het niet gelukt om in elke school ook op het einde van het project een Leesscan af te nemen. De eindmeting is dus niet overal gebeurd, al heeft er wel een eindgesprek plaatsgevonden in elke school. De coaches kregen de vrijheid om dit zelf in te vullen (zowel het gesprek als de vastlegging/verslaggeving ervan), waardoor de vorm daarvan verschilt van school tot school. F. Mate van realisatie Het project is gestart op 1 september 2020 en liep tot en met 31 augustus 2022. De strategische doelen uit het projectvoorstel bleven ongewijzigd. Het professionaliserings- en coachingstraject is grotendeels kunnen gerealiseerd worden, al moesten er zeker in het eerste projectjaar heel wat contactmomenten digitaal georganiseerd worden omwille van de geldende covidbeperkingen. Volgens de projectcoördinator had dit als nadeel dat er minder diepgaand kon gewerkt worden dan verhoopt, maar boden online activiteiten het voordeel dat de drempel voor leerkrachten om deel te nemen kleiner leek (bv. omdat er geen verplaatsing moest gemaakt worden). Daarom werd in het tweede projectjaar gekozen voor een mix van online en fysieke bijeenkomsten. Covid-19 had verder tot gevolg dat klasbezoeken aan de bibliotheek, voorleesacties met (groot)ouders en andere acties waarvoor het nodig was dat betrokkenen fysiek bij elkaar kwamen tijdens het eerste deel van het project sterk werden gereduceerd.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=